We hebben het over leermiddelen
Sinds de invoering van de Wet Gratis schoolboeken in 2008 is er veel veranderd op de leermiddelenmarkt. We gingen voor een bloeiende markt met diverse, hoogwaardige leermiddelen, maar zien steeds minder aansluiting bij de behoeften en wensen van leerlingen en leraren.
In 2022 hebben we vanuit Stichting Education Warehouse een oproep gedaan om het meer over leermiddelen te hebben en samen in alle openheid uit te vinden hoe we zorgen dat de beoogde bloei ontstaat. Hieronder brengen we het open gesprek in beeld sinds 2008.
Op onzeleermiddelen.nl lees je wat we als collectief met onderwijsorganisaties, content-makers en publieke partners doen om de markt op basis van publieke regie te laten werken voor leerlingen en leraren.
Mis je een bron? Geef het door!
Tijdlijn
de discussie in beeld
Btw-verhoging op cultuur, media en sport van tafel: coalitie sloot deal met oppositie
De btw-verhoging op cultuur, media en sport (van 9% naar 21%) is van tafel. Oppositiepartijen dwongen dit af, omdat zonder hun steun het Belastingplan in de Eerste Kamer zou falen. Minister Heinen moet nu alternatieven vinden om 1,2 miljard euro op te halen. Uitstel is geen optie, want de Belastingdienst en bedrijven hebben tijd nodig om de nieuwe regels voor te bereiden.
Hoe krijgen we grip op leermiddelen? ‘Een kwaliteitskader is hard nodig’
Het artikel bespreekt de behoefte aan kwaliteitscriteria voor leermiddelen in het Nederlandse onderwijs. Aanleiding is de curriculumherziening en onvrede over huidige leermiddelen. Er wordt gepleit voor een kwaliteitskader en -alliantie, zoals in Vlaanderen. Docenten worden aangemoedigd eigen materiaal te ontwikkelen. De sector zoekt naar manieren om grip te krijgen op de kwaliteit van leermiddelen.
Ministerie bezuinigt 92 miljoen op subsidies primair onderwijs
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft bekendgemaakt op welke subsidies zij de komende jaren bezuinigt. Voor de subsidies in het primair onderwijs gaat het om een bezuiniging van zo’n 92 miljoen euro.
Kwaliteitsmodel IOL in verschillende gebruiksscenario’s
Het Kwaliteitsmodel IOL is een verzameling kwaliteitscriteria voor open leermateriaal, uitgewerkt in verschillende gebruiksscenario's. Het model helpt bij het beoordelen en ontwikkelen van kwalitatief goed open leermateriaal voor leraren, scholen en leerlingen. De scenario's bevatten basis- en pluscriteria en zijn toepasbaar op diverse situaties, van het beoordelen van gevonden materiaal tot het ontwikkelen van nieuwe leermiddelen.
Evidence-informed werken met open leermateriaal Visiedocument
Visiedocument dat handvatten biedt om ‘evidence-informed’ aan de slag te gaan met open leermateriaal.
De kracht van open leermateriaal
White paper om te begrijpen wat open leermateriaal is en wat de toegevoegde waarde is voor het funderend onderwijs
Open leermateriaal verankeren: van visie naar duurzaam beleid
Hulpmiddel voor scholen om open leermateriaal duurzaam te implementeren in hun leermiddelenbeleid. Handreiking biedt advies over het ontwikkelen van een visie, het verankeren in schoolbeleid, en het realiseren van de implementatie.
Kabinet compenseert scholen structureel voor btw-verhoging
Bezuinigingen en extra investeringen voortgezet onderwijs 2025. incl. tegemoetkoming btw schoolboeken en voor voortzetting schoolmaaltijden.
VPRO Tegenlicht: Nederland bij de les
Het programma onderzoekt de groeiende vraag naar bijles en huiswerkbegeleiding in Nederland, die met 61% is toegenomen. Deze trend creëert mogelijk een nieuwe maatschappelijke kloof, omdat niet alle ouders het zich kunnen veroorloven. In Rotterdam biedt Stichting ZuiderLokaal bijles aan honderden kinderen, maar veel meer kinderen staan op de wachtlijst. Dit toont volgens onderwijsactivist Sezgin Cihangir de noodzaak aan. Hij pleit als directeur van het Nederlands Mathematisch Instituut zelfs voor het overbodig maken van bijles, omdat hij vindt dat het reguliere onderwijs zou moeten volstaan.
‘We gingen ervan uit dat leraren de weg zelf vinden. De waarheid is dat we dat niet weten’: GO! start onderzoek naar kwaliteit lesmateriaal
Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) in Vlaanderen start een grootschalig onderzoek naar de kwaliteit van lesmateriaal in hun scholen. Voor het eerst zal het onderwijsnet in kaart brengen welke handboeken, invulboeken en digitale leeromgevingen gebruikt worden en hoe goed ze zijn. Leerkrachten zullen via een vragenlijst het lesmateriaal beoordelen op basis van vier criteria: dekking van leerdoelen, ondersteuning van leerlingenontwikkeling, garanderen van gelijke kansen, en ondersteuning voor leraren. Het doel is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en indien nodig eigen lesmateriaal te ontwikkelen.
Waarom wel gratis schoolboeken, maar geen gratis laptops?'
Stichting Leergeld Nederland pleit voor gratis laptops voor alle leerlingen, omdat veel ouders moeite hebben deze te betalen terwijl ze essentieel zijn voor het onderwijs
Basisscholen bestookt met 'linkse' lespakketten: 'Het is echt dagelijkse spam'
Basisscholen in Nederland worden overspoeld met lespakketten, vaak met een politieke of commerciële agenda. Organisaties zoals Greenpeace en de Producenten Organisatie Varkenshouderij sturen pakketten die soms bekritiseerd worden vanwege een eenzijdige boodschap. Sommige scholen negeren de pakketten omdat ze vinden dat deze onderwerpen beter thuis horen in opvoeding of te politiek geladen zijn. Leerkrachten en directeuren zoals Ernst Meijer en Eddy Erkelens geven aan dat ze veel van dit materiaal weggooien en het als "dagelijkse spam" beschouwen, terwijl ze zich richten op kerndoelen zoals taal en rekenen.
Kwaliteitskader Taal voor leermiddelen in de maak
Ontwikkeling van een Kwaliteitskader Taal voor leermiddelen in het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs. Een werkgroep is opgericht om dit te ontwikkelen, met als doel de kwaliteit van taalonderwijs te verbeteren. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers uit onderwijs, wetenschap en leermiddelenontwikkeling. Het kwaliteitskader moet houvast bieden bij het selecteren en ontwikkelen van kwalitatief goed leermateriaal, gebaseerd op wetenschappelijke kennis en praktijkervaring. De oplevering van het kwaliteitskader is gepland voor het voorjaar van 2025. Onderwijsprofessionals en experts worden uitgenodigd om mee te denken aan het begin van het komende schooljaar.
Ierland klom naar de top van het leesonderwijs. Wat kan Nederland daarvan leren?
In Ierland zijn scholieren de beste lezers van Europa, een opmerkelijke prestatie gezien de dramatische daling in leesvaardigheid in 2009. Het land verbeterde zijn leesonderwijs door middel van een landelijke leesstrategie, zonder extra uitgaven. Het aantal leesuren op basisscholen werd verhoogd van één naar vijf per week, en leesvaardigheid werd een integraal onderdeel van alle vakken. Ouders en leerkrachten spelen een belangrijke rol in het leesplezier van kinderen, en vroege interventieprogramma's zoals Reading Recovery helpen kinderen met een taalachterstand. Ierland toont aan dat goede leesprestaties niet afhankelijk zijn van grote budgetten, maar van effectieve strategieën en gemotiveerde leraren.
In Estland mogen docenten wel doen waar ze goed in zijn: lesgeven
In Estland zijn docenten veel autonomer en worden ze gezien als belangrijke pijlers van de samenleving. Ze mogen zelf bepalen hoe ze lesgeven, welke methoden en toetsvormen ze gebruiken, en hebben veel vrijheid in het vormgeven van hun lessen. Dit heeft bijgedragen aan het succes van het Estse onderwijssysteem, dat hoog scoort op internationale ranglijsten. Estse leerlingen zijn gemotiveerd en presteren goed op het gebied van lezen, wiskunde en wetenschap. Ondanks relatief lage onderwijsuitgaven en uitdagingen zoals een verouderend docentenkorps, weet Estland het onderwijs effectief te verbeteren door de focus op goed opgeleide docenten en vertrouwen in hun professionaliteit. Nederland kan leren van deze aanpak, vooral wat betreft de autonomie van leraren en het respect voor hun vak.
Gekaapt door het kapitaal
In het boek ‘Gekaapt door het kapitaal’ wordt beschreven hoe private equity en andere grote kapitaalkrachtige partijen massaal huisartspraktijken, kinderopvangcentra, woningen, ouderenzorg, tandartspraktijken, het onderwijs, dierenklinieken en arbodiensten opkopen. Dit fenomeen treft ook het ‘gewone’ bedrijfsleven, waar aandeelhouders en durfinvesteerders de overhand hebben. Het boek, gebaseerd op anderhalf jaar onderzoek, analyseert de oorzaken en biedt een reeks oplossingen voor dit probleem. Vanaf vandaag is het verkrijgbaar bij lokale boekhandels en online.
Tweede Kamer wil geen uitzondering voor btw op leermiddelen
De Tweede Kamer heeft op 18 juni 2024 tegen een motie gestemd die pleitte voor een uitzondering op de btw-verhoging voor leermiddelen. Onderwijsorganisaties, waaronder de VO-raad en PO-Raad, hadden gewaarschuwd dat deze btw-verhoging het primair en voortgezet onderwijs jaarlijks 60 miljoen euro extra zal kosten. Ze vrezen dat de stijgende prijzen van zowel fysieke als digitale leermiddelen de keuzevrijheid van scholen en docenten zullen beperken en de onderwijskwaliteit negatief kunnen beïnvloeden.
Onderwijssector: verhoog btw-tarief op leermiddelen niet
De voorgenomen btw-verhoging voor boeken zal het primair en voortgezet onderwijs jaarlijks 60 miljoen euro extra kosten, volgens schattingen van verschillende onderwijsorganisaties. Deze organisaties, waaronder de VO-raad en PO-Raad, pleiten bij de Tweede Kamer voor een btw-uitzondering voor leermiddelen, zowel fysiek als digitaal. Ze waarschuwen dat de btw-verhoging de kosten voor leermiddelen verder zal doen stijgen, wat de keuzevrijheid van scholen en docenten zal beperken en mogelijk de onderwijskwaliteit negatief zal beïnvloeden. Op 10 juni bespreekt de Tweede Kamer deze kwestie in het kader van het Jaarverslag 2023 van de onderwijsinspectie en de Staat van het Onderwijs 2024.
Funderend onderwijs: grip op kwaliteit leermiddelen moet beter
Het funderend onderwijs moet meer regie pakken rondom de kwaliteit van leermiddelen en een stevige positie innemen richting marktpartijen, dit blijkt uit een peiling onder ruim 2500 leraren, schoolleiders, schoolbestuurders en andere onderwijsprofessionals. Met het manifest ‘Meer grip op kwaliteit leermiddelen’ pleiten vakbonden, sectorraden en partners voor meer publieke regie, een eerlijkere leermiddelenmarkt én het wegnemen van zorgen rondom stijgende kosten.
Handreiing onderwijs ontwikkelen vanuit leerdoelen
Handreiking voor iedereen die onderwijs ontwikkelt voor het basis- en voortgezet onderwijs, inclusief gespecialiseerd onderwijs. Tips, uitleg en praktische opdrachten om visie, leerplannen, leerdoelen en passende leeractiviteiten helder te krijgen en goed te laten aansluiten op de leerdoelen
Meer dan de helft van docenten maakt lesmateriaal grotendeels zelf: 'Er bestaat zoiets als ChatGPT'
Meer dan de helft van de docenten in het voortgezet onderwijs maakt zelf lesmateriaal, vaak met behulp van tools zoals ChatGPT. Dit komt omdat veel docenten ontevreden zijn over de kwaliteit en relevantie van het commercieel beschikbare lesmateriaal. Docenten willen hun lessen beter afstemmen op de behoeften en niveaus van hun specifieke leerlingen. Sommige gebruiken ook materiaal van collega's of halen inspiratie van het internet. Hoewel de overheid richtlijnen geeft, laten die veel ruimte voor interpretatie, waardoor docenten zelf aan de slag gaan. Experts zien kansen in het delen van lesmateriaal en het gebruik van AI, maar er zijn ook zorgen over de impact op basisvaardigheden als lezen en schrijven. De onderwijsinspectie benadrukt dat de kwaliteit van het onderwijs uiteindelijk belangrijker is dan het gebruikte lesmateriaal.
Waarom docenten steeds vaker voor de klas staan met zelfgemaakte lesmateriaal
Steeds meer docenten in Nederland grijpen naar zelfgemaakt lesmateriaal, in plaats van de standaard lesmethodes te gebruiken. Volgens een lerarenopleider komt dit omdat de kwaliteit van veel commercieel beschikbaar lesmateriaal te wensen overlaat - de aanbieders zijn vooral gefocust op winst in plaats van op de behoeften van leerlingen. Onderzoek laat zien dat zelf lesmateriaal maken effectiever kan zijn voor het leerproces. Sommige docenten maken zelfs gebruik van geavanceerde tools zoals ChatGPT om hun eigen lesinhoud te creëren. De lerarenopleider pleit ervoor dat de overheid strenger toezicht gaat houden op de kwaliteit van lesmateriaal, zodat leerlingen de best mogelijke ondersteuning krijgen.
Leraar in opleiding worstelt met lesmethoden
De tekst beschrijft het verhaal van Jeff van der Linden, een docent Nederlands die worstelt met de hoge werkdruk en stress in zijn onderwijscarrière. Hij wijt een deel van zijn problemen aan de deeltijd lerarenopleiding waar hij is opgeleid, die weinig nadruk legt op het gebruik van lesmethoden. Van der Linden pleit voor het meer betrekken van methodes in lerarenopleidingen, aangezien ze studenten kunnen helpen bij het structureren van lessen en tijd besparen. Het artikel geeft aan dat sommige lerarenopleidingen wel lesmethoden integreren, maar benadrukt ook enkele tekortkomingen van bestaande methodes, zoals het gebrek aan aandacht voor activering van voorkennis en het gebruik van korte teksten. Leraren en lerarenopleiders delen verschillende perspectieven op het gebruik van methoden, met discussies over de effectiviteit ervan en de behoefte aan verbetering in het onderwijssysteem. Er wordt ook opgemerkt dat lerarenopleidingen wellicht meer focus moeten leggen op praktijkervaring voordat studenten een eigen visie op onderwijs ontwikkelen. De tekst eindigt met de suggestie van sommige deskundigen voor een landelijk curriculum om de kwaliteit van lerarenopleidingen te waarborgen.
Een zwarte pop als leermateriaal in diverstiteit
Felicia Dekkers bespreekt het belang van diversiteit in leermateriaal, met name in de context van poppen en speelgoed, beginnend met een anekdote over een zwarte pop in een wit gezin. Het bespreekt historische en huidige perspectieven op diversiteit in Nederland, en voorspelt toekomstige demografische veranderingen. De auteur stelt dat diverse wijken mogelijk beter voorbereid zijn op een multiculturele toekomst dan homogene, welvarende gebieden, en benadrukt het belang van vroege blootstelling aan diversiteit.
Scholen verzuipen in de lesmethodes
Afleidende plaatjes en verwarrende vragen waar zelfs leraren niks van snappen. Wie naar de schoolboeken van Nederlandse scholieren kijkt, snapt meteen waarom het zo slecht gaat met hun lees- en rekenvaardigheid. Hoe kan dit anders?
De twee bedrijven die schoolspullen leveren kunnen vragen wat ze willen
In het Nederlandse basisonderwijs domineren twee private leveranciers, Heutink en De Rolf Groep, de markt voor schoolspullen. Scholen ervaren beperkte keuzemogelijkheden bij het selecteren van lesmaterialen vanwege de dominante positie van deze leveranciers en de afspraken met uitgevers. Slechts 5% van de aanbestedingen biedt scholen meer dan één of twee leveranciersopties. Heutink heeft een marktaandeel van 70%, terwijl De Rolf Groep 30% beheert, waardoor bijna alle basisscholen in feite slechts keuze hebben uit twee leveranciers. Deze situatie leidt tot een bijna-monopolie, wat resulteert in beperkte concurrentie, hoge prijzen, gebrek aan innovatie en weinig zeggenschap voor scholen over het lesmateriaal. Pogingen van scholen om direct met uitgeverijen zaken te doen, worden bemoeilijkt door de machtspositie van de tussenhandelaren. Dit systeem heeft financiële gevolgen en belemmert de mogelijkheid van scholen om lesmateriaal af te stemmen op individuele behoeften.
Onderwijsmarkt gijzelt leesonderwijs
Vijftien jaar geleden bleek uit onderzoek al dat de focus op leesstrategieën in het Nederlandse basisonderwijs niet effectief was. Desondanks zijn scholen blijven vasthouden aan methoden die hierop gebaseerd zijn, wat heeft geleid tot dalende leesresultaten bij vijftienjarigen. Het aparte vak begrijpend lezen en het gebruik van trucjes in lesmethoden worden bekritiseerd. Ondanks deze kritiek en de verouderde kerndoelen, hebben uitgeverijen weinig veranderingen doorgevoerd in hun lesmethoden. Er is nu een verschuiving zichtbaar waarbij steeds meer lesmethodes afstappen van het traditionele leesonderwijs.
Schoolboeken niet inclusief: stereotiepe rolpatronen, heteroseksueel is de norm
Promovendus Tessa van de Rozenberg ontdekte dat veel Nederlandse schoolboeken voor brugklasleerlingen stereotiepe genderrollen bevatten. In haar onderzoek van 25 schoolboeken (13 voor Nederlands, 12 voor wiskunde) vond ze dat minder dan de helft van de bijna 12,000 personages vrouw was. Vrouwen waren oververtegenwoordigd in zorg- en huishoudelijke taken, terwijl mannen vaker voorkwamen in wetenschappelijke, technologische en wiskundige beroepen. Bovendien ontbraken personages met diverse seksuele oriëntaties. Van de Rozenberg pleit voor meer variatie en inclusiviteit in schoolboeken om stereotypen te doorbreken en kinderen verschillende perspectieven te tonen. Ze benadrukt ook de invloed van ouderlijke opvattingen op de genderpercepties van kinderen.
'Wie is hier nu de baas?' en 'Reguleer de onderwijsmarkt voor beter leesonderwijs'.
De artikelen in De Groene Amsterdammer onderzoeken de invloed van educatieve marktspelers op het leesonderwijs in Nederlandse scholen, waarbij kritiek wordt geuit op de overproductie van lesmethodes en het gebrek aan inhoudelijke eisen. De geprivatiseerde aanpak heeft geleid tot een overdaad aan methodes, belemmerde schoolautonomie en een gebrek aan onafhankelijke controle op lesmateriaal. Ondanks groeiende initiatieven waar scholen zelf lessen ontwikkelen, wordt benadrukt dat het loslaten van kant-en-klare methodes niet zonder uitdagingen komt, en er wordt gewaarschuwd voor de noodzaak van een bewuste keuze om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.
De commerciële onderwijsmarkt gijzelt ons leesonderwijs met methodes die niet bewezen zijn
De onderwijsmarkt. Bij commerciële uitgevers en adviseurs is winst belangrijker dan het steeds slechter lezende kind.
De leermiddelenmarkt: dat ben je zelf!
De auteur betoogt dat de dominantie van grote uitgevers in de leermiddelenmarkt het resultaat is van de keuzes die scholen en leraren maken bij het kopen van leermaterialen. Hoewel de markt grotendeels wordt beheerst door enkele grote spelers, hebben scholen wel invloed door bewuste keuzes te maken, open leermateriaal te gebruiken, gezamenlijk in te kopen en duidelijk te communiceren over hun behoeften. De auteur benadrukt dat het gevoel van machteloosheid in het onderwijs onterecht is, omdat uitgevers uiteindelijk leveren wat het onderwijs vraagt en scholen kopen wat ze willen.
Econometrist Hans Duijvestijn: ‘Het is totaal onduidelijk waar ons onderwijsgeld blijft’
Dit artikel gaat over Hans Duijvestijn, een econometrist die meer dan tien jaar onderzoek heeft gedaan naar de financiering van het onderwijs. Hij bekritiseert de financiële vrijheid van schoolbestuurders en wijst op problemen in het onderwijs door geldstromen. Duijvestijn ontdekte dat scholen aanzienlijke bedragen spaarden en investeerden in nieuwe gebouwen in plaats van in onderwijskwaliteit. Hij onderzocht de impact van de lumpsumfinanciering op het aantal leraren en concludeerde dat onderwijsinstellingen sindsdien minder leraren in dienst hebben. Ondanks zijn bevindingen leidden politieke acties hierop niet tot significante veranderingen, en hij benadrukt de behoefte aan een fundamentele verandering in financieringsmethoden voor het onderwijs.
8 miljard aan onderwijsgeld belandt niet in de klas, maar bij schoolbesturen op de bank
Het onderwijs beschikt momenteel over een historisch hoog bedrag van 8 miljard euro aan financiële reserves, voornamelijk op bankrekeningen van schoolbesturen. Deze reserves zijn gegroeid door onzekere financiering en late aankondiging van budgetten, waardoor schoolbesturen moeite hebben het geld te besteden, zoals bijvoorbeeld extra middelen voor leerachterstanden door de coronacrisis. Het probleem wordt verergerd door een lerarentekort, waardoor het moeilijk is om het geld aan te wenden voor het beoogde doel. De financieringsmethode, de 'lumpsum', waarbij scholen een vast bedrag per leerling ontvangen, draagt bij aan het oppotten van geld. Dit systeem, hoewel bedoeld om autonomie te geven, heeft geleid tot grote reserves en onvoorspelbare budgetten, versterkt door losse potjes geld van de overheid. Dit alles bemoeilijkt het efficiënte gebruik van middelen voor langdurig onderwijsbeleid en draagt bij aan problemen zoals het lerarentekort en onvoldoende structurele investeringen in het onderwijs.
Licentieschaamte
Scholen zijn massaal overgestapt op digitale lesmethodes met werkboeken die jaarlijks vernieuwd worden, wat kritiek op duurzaamheid heeft opgeroepen. Uitgevers benadrukken voordelen zoals jaarlijkse updates en differentiatie, maar ouders en onderwijsbonden klagen over de vermeende hogere kosten en milieu-impact. Demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf onderzoekt de situatie. Uitgevers, zoals Sanoma, zien de Nederlandse leermiddelenmarkt als cruciaal, met de overstap naar abonnementsmodellen die mogelijk winstgevender zijn, maar de precieze financiële gevolgen zijn lastig vast te stellen.
De rol van de leermiddelencoördinator (VO)
Overzicht van taken die idealiter bij de leermiddelencoördinator in het VO liggen. Link gemaakt naar leermiddelenbeleid. Doelgroep: vo
Turbulentie op de leermiddelenmarkt
Het rapport bespreekt de huidige situatie op de leermiddelenmarkt en de knelpunten die daarbij komen, zoals de afhankelijkheid van de uitgevers en de beperkte keuzevrijheid voor scholen. Vervolgens worden er bouwblokken voor de toekomst aangedragen, zoals het stimuleren van innovatie en het vergroten van de transparantie op de markt. Het rapport introduceert een nieuw scenario voor het inkopen van leermiddelen en dienstverlening, waarbij scholen deze twee zaken loskoppelen en apart inkopen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het kopen van leermiddelen en het kopen van dienstverlening rondom de leermiddelen.
SIVON onderzoekt duurzaamheid leermiddelen
SIVON, een organisatie gericht op onderwijsinnovatie, lanceert een onderzoek naar de duurzaamheid van leermiddelen in het primair en voortgezet onderwijs. Het initiatief volgt op groeiende aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs en de recente oproep van de demissionair Minister van Onderwijs. Bureau 2030 voert het onderzoek uit, waarbij scholen worden betrokken via een klankbordgroep. Het doel is om handvatten te bieden voor bewuste keuzes in leermiddelen, het stellen van relevante duurzaamheidsvragen aan leveranciers en het stimuleren van bewustwording binnen de onderwijssector.
Markt lesmateriaal onderzocht: 'Scholen moeten af van weggooiboeken'
Middelbare scholen, samen met onderwijsminister Robbert Dijkgraaf en grote uitgevers, onderzoeken alternatieven voor het Lifo-systeem, dat kritiek kreeg wegens zorgen over verspilling en verarming van leermateriaal. Ondanks claims van uitgevers over de efficiëntie en kostenbesparing van Lifo, groeit de bezorgdheid over milieueffecten en de behoefte aan meer keuzevrijheid voor scholen. Malmberg erkent de milieu-impact en onderzoekt duurzamere productiemethoden, maar ziet een terugkeer naar huurboeken als ongunstig voor duurzaamheid. Het onderzoek richt zich op verspilling en algemene duurzaamheid van leermiddelen op de markt, en pleit voor meer regulering om marktconcentratie tegen te gaan en keuzevrijheid van scholen te waarborgen.
Keuzevrijheid scholen is cruciaal bij beoordeling leermiddelenmarkt
De leermiddelenmarkt staat momenteel in de schijnwerpers vanwege aandacht van media en ministerie voor het LiFo-systeem, dat veel scholen gebruiken. Er is discussie over verspilling en kosten, maar de VO-raad benadrukt de complexiteit van de markt en pleit voor ruime keuzevrijheid, betrouwbare, veilige en betaalbare leermiddelen. De VO-raad verwelkomt het aangekondigde onderzoek van minister Dijkgraaf naar het LiFo-systeem en blijft actief betrokken bij gerelateerde trajecten zoals Edu-V en Toekomst Distributie.
"Curriculumontwikkeling leer je door te doen"
Curriculumontwikkeling is essentieel in het onderwijs en omvat plannen en praktijken zoals visie, doelen, toetsing, leeractiviteiten, en leermiddelen. Curriculumbewust handelen betekent dat leraren hun activiteiten afstemmen op leerdoelen en dat scholen weloverwogen keuzes maken die passen bij hun visie. Het kiezen en beoordelen van leermiddelen vraagt om curriculumbewustzijn en kritisch gebruik van methodes. Schoolbreed curriculumbewustzijn ontstaat door gezamenlijke afspraken en vastgestelde kwaliteitseisen. Scholen met curriculumambities kunnen gebruikmaken van beschikbare hulpmiddelen om het gesprek over het curriculum te faciliteren en curriculumbewustzijn te versterken, zoals de curriculumwaaier en teamgidsen.
Slim verdienen
In Nederland wordt het onderwijs steeds meer beïnvloed door grote bedrijven. Belangrijke educatieve uitgeverijen, zoals Malmberg en Noordhoff, zijn nu eigendom van internationale bedrijven en investeringsfondsen. Bedrijven die leermiddelen leveren aan scholen, geleid door investeerders, spelen ook een belangrijke rol. Het groeiende tekort aan leraren in het onderwijs blijkt gunstig voor uitzendbureaus, die hoge provisies ontvangen. Commerciële onderwijsadviesbureaus profiteren ook, vooral door financiële injecties zoals het 8,5 miljard euro Nationaal Programma Onderwijs, wat de vercommercialisering van het onderwijs verder aanmoedigt.
Terug naar herbruikbare schoolboeken? Steeds meer kritiek op wegwerpboeken: 'We gooien 60.000 kilo papier weg'
Het huidige systeem van wegwerpboeken in het onderwijs, waarbij leerlingen elk jaar nieuwe boeken krijgen, staat onder kritiek vanwege de milieu-impact en de kosten. Onderwijsdeskundigen pleiten voor terugkeer naar herbruikbare schoolboeken, zoals vroeger gebruikelijk was. Sinds de invoering van gratis schoolboeken in 2008 ontvangen scholen geld om boeken voor leerlingen te kopen, maar steeds meer scholen kiezen voor niet-herbruikbare leerboeken, zoals het LiFo-model waarbij scholen elk jaar nieuwe licenties moeten aanschaffen. Dit systeem is volgens critici duurder en minder duurzaam dan het klassieke model waarbij boeken werden hergebruikt. De keuze voor wegwerpboeken wordt vaak gemaakt door schoolleiders en bestuurders, terwijl critici pleiten voor meer zeggenschap voor docenten en vaksecties. De discussie draait om zowel de financiële als ecologische impact van het huidige systeem van schoolboeken.
Wat is er aan de hand met de scholenboeken?
Grote uitgevers zoals Noordhoff, Malmberg, Thieme Meulenhoff proberen de leermiddelenmarkt te monopoliseren door het aanbod te beperken tot één methode, waardoor ze meer geld kunnen verdienen. Kleine vernieuwende uitgevers worden buitenspel gezet. Systemen zoals LiFo bieden digitale toegang met niet-herbruikbare boeken, wat duurder is dan traditionele boeken en jaarlijks vernieuwd moet worden, wat het verdienmodel van uitgevers versterkt. Scholen worden groter, waardoor drie grote uitgevers de bestuurders beïnvloeden en hoge prijzen handhaven, terwijl moeilijke onderwerpen worden vermeden om kritiek van schoolleiders te voorkomen.
Van schooltas naar de kliko, schoolboeken gaan nu één jaar mee
Het huidige schoolsysteem, waarbij schoolboeken jaarlijks vernieuwd worden met licenties, leidt tot aanzienlijke verspilling en kosten. Ouders betalen niet meer voor boeken sinds de Wet Gratis Schoolboeken van 2008, maar de markt wordt nu gedomineerd door grote uitgevers. Het gebruik van wegwerpschoolboeken en digitale licenties heeft de tweedehandsmarkt doen instorten, wat zorgen oproept over de kosten, toegankelijkheid en duurzaamheid van het onderwijs. Er is behoefte aan onderzoek naar de impact van dit systeem, terwijl critici pleiten voor meer aandacht voor duurzaamheid in aanbestedingen en een heroverweging van het huidige model.
Educatieve Ongelijkheid: De Ondoorzichtige Wereld van Schoolboeken en de Impact op Onderwijs, Milieu en Financiën
De schoolboekenmarkt is problematisch door marktconcentratie, waar Sanoma eigenaar is van zowel distributeur Iddink, uitgever Malmberg als de portal Magister. Ondanks een jaarlijkse subsidie van 320 euro per leerling voor schoolboeken, stijgen de kosten naar 400 euro door digitale/papieren boekcombinaties, wat tot bezuinigingen op onderwijs leidt. Scholen hebben beperkte keuzevrijheid, omdat ze slechts bij twee partijen boeken kunnen aanbesteden, en de duurzaamheid lijdt onder het weggooien van boeken, zowel papieren als digitale, aan het einde van het jaar. De overheid wordt opgeroepen om verantwoordelijkheid te nemen in deze kwestie.
Dijkgraaf wil onderzoek naar duurzamer en goedkoper schoolboekensysteem
Demissionair minister Dijkgraaf van Onderwijs onderzoekt de mogelijkheid van een duurzamer en goedkoper schoolboekensysteem in Nederland. Huidige praktijken, waarbij scholen jaarlijks nieuwe boeken voor elke leerling moeten kopen, leiden tot papierverspilling en hogere kosten. Hoewel deze aanpak scholen in staat stelt om direct met uitgevers te onderhandelen zonder tussenkomst van distributeurs, klagen belangenverenigingen over verspilling van publieke middelen en beperkte financiële middelen voor scholen. Uitgevers zoals Noordhoff, ThiemeMeulenhoff en Malmberg beweren dat nieuwe boeken milieuvriendelijker zijn om te produceren, maar het nieuwe systeem wordt bekritiseerd vanwege de hogere kosten en de beperkte keuze voor docenten.
Efficiënt Inkopen: Hoe de Edu-V Afspraken Kees Helpen bij het Vinden en Vergelijken van Leermiddelen
Dankzij de Edu-V afspraken kan een inkoper op een VMBO-school efficiënter leermiddelen zoeken. Met een uitgebreide catalogus heb je toegang tot alle beschikbare leermiddelen, inclusief commerciële, open en gespecialiseerde materialen. Dit bespaart tijd en moeite, doordat alle benodigde informatie, zoals leermiddeldetails, leveranciers, toepassingsgebieden, niveaus en vakken, op één centrale plek te vinden is. Deze afspraken maken het zoeken naar geschikte leermiddelen eenvoudiger en effectiever voor scholen.
Onderwijs met een mix van leermiddelen: een voorbeeld van individueel maatwerk
Dit artikel schetst hoe technologie en een mix van leermiddelen worden ingezet om individueel maatwerk te bieden in het onderwijs. Leraren gebruiken adaptieve leermiddelen, samenwerkingstools en portfolio's om leerlingen op verschillende niveaus te ondersteunen. Een overkoepelend dashboard biedt leraren inzicht in de voortgang van leerlingen en maakt gerichte interventies mogelijk. Belangrijke aandachtspunten zijn het opbouwen van de benodigde vaardigheden bij leraren, het blijven evalueren van de mix van middelen en het erkennen van de beperkingen van technologie in het leerproces.
Schoolkosten en vrijwillige ouderbijdrage
De brief vraagt aandacht voor hoge schoolkosten en vrijwillige ouderbijdragen, vooral met betrekking tot digitale leermiddelen en extra activiteiten. Er wordt gepleit voor verruiming van de definitie van gratis leermiddelen en bekostiging om ook digitale devices op te nemen. Daarnaast wordt voorgesteld de vrijwillige ouderbijdrage af te schaffen, met een mogelijke verhoging van bekostiging in het primair onderwijs. Voor het voortgezet onderwijs wordt een bredere discussie voorgesteld over de wenselijkheid van uiteenlopende ouderbijdragen en de financiering van activiteiten die tot de kern van het onderwijs behoren.
Onderwijskoepels roepen Kamer op vrijwillige ouderbijdrage te schrappen
De onderwijskoepels in Nederland hebben de Tweede Kamer opgeroepen om de vrijwillige ouderbijdrage op basisscholen te schrappen. Hoewel de bijdrage wettelijk niet verplicht is, komt de financiering van extra activiteiten onder druk te staan op scholen waar ouders deze bijdrage niet kunnen of willen betalen. Door deze oproep hopen de koepels gelijke kansen te bieden aan alle leerlingen, ongeacht de financiële situatie van hun ouders. Het doel is om ervoor te zorgen dat alle kinderen kunnen deelnemen aan buitenschoolse activiteiten en excursies, ongeacht de financiële mogelijkheden van hun ouders.
De leermiddelenmarkt in het vo verandert fundamenteel door LiFo
De gevolgen van de digitalisering van lesmateriaal en de invoering van LiFo zijn onder andere dat scholen bij de keuze voor digitale leermiddelen ook aandacht moeten besteden aan de beschikbaarheid van devices voor leerlingen. Maar ook aan de infrastructuur en softwaresystemen in de school, de didactische en digitale vaardigheden van docenten en budgettaire randvoorwaarden. Daarnaast raken de veranderingen in de markt ook de traditionele uitgeverijen en distributeurs.
Leermiddelen
In het onderwijs hebben commerciële leermiddelen de plaats ingenomen van creatief lesmateriaal door de nadruk op gestandaardiseerde methodes na de millenniumwissel. Dit leidde tot minder creativiteit en eigen lesmateriaal, doordat scholen 'veilige' methodes moesten gebruiken om aan eisen te voldoen. Gelukkig zijn er nu positieve ontwikkelingen, zoals beoordelingen die leerkrachten stimuleren en vertrouwen geven, en een groeiende erkenning dat de professionaliteit van leerkrachten niet vervangen kan worden door standaardmethodes. Het recente 'kwaliteitskader voor leermiddelen' doorbreekt traditionele denkbeelden en benadrukt het belang van gestructureerde leermiddelen om dezelfde leerdoelen bij alle leerlingen te bereiken.
Toekomst distributie leermiddelen VO - Randvoorwaarden, trends, knelpunten en bouwstenen voor de toekomst
Dit rapport beschrijft de resultaten van het project 'toekomst distributie' in het voortgezet onderwijs. Het rapport is gebaseerd op workshops en toetsing door verschillende partijen in de leermiddelenmarkt. In het rapport worden de randvoorwaarden, trends, knelpunten en bouwstenen voor de toekomst van de distributie van leermiddelen beschreven. Het rapport bevat ook een scenario dat in onze ogen het beste inspeelt op de randvoorwaarden, trends en knelpunten. Dit scenario houdt in dat alle scholen dezelfde uniforme basisafspraken hebben en het kopen en leveren van leermiddelen en het afnemen van aanvullende diensten zijn losgekoppeld. Een aanvullend rapport met een uitwerking van dit scenario zal later verschijnen.
Minister: "Kwaliteit van leermiddelen moet omhoog"
Minister Wiersma van Onderwijs heeft maatregelen aangekondigd om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, gebaseerd op een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO). Het IBO-rapport beveelt onder andere de invoering van een keurmerk voor (digitale) lesmethoden aan om doelmatige inkoop te bevorderen. Hoewel de minister instemt met het idee van meer grip op de kwaliteit van leermiddelen, heeft hij nog niet besloten over het keurmerk voor leermiddelen. Hij ondersteunt wel het keurmerk voor onderwijsondersteuning en plant een onderzoeksprogramma voor effectiever gebruik van lesmateriaal. De transparantie moet scholen in staat stellen efficiënter in te kopen, terwijl het verhogen van kennis over leermiddelen bij leerkrachten een belangrijke rol speelt, mogelijk via lerarenopleidingen.
De macht van de uitgevers en het ongemak op school
De verschuiving van individuele boekaankopen naar centrale aanschaf door scholen heeft geleid tot problemen zoals papierverspilling en beperkte keuzemogelijkheden voor docenten. De opkomst van grote uitgeverijen en de digitalisering van lesmateriaal hebben het speelveld complex gemaakt. Hoewel duurzaamheid en kostenoverwegingen belangrijk zijn, benadrukt de auteur dat de huidige situatie vooral het resultaat is van politieke keuzes en dat docenten een cruciale rol spelen in het bepalen van het meest geschikte lesmateriaal.
Kabinetsreactie IBO "Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid"
De toekomst van het funderend onderwijs in Nederland. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap reageert op een beleidsonderzoek en stelt voor om het besturingsmodel te herijken. Dit betekent dat er veranderingen komen in de manier waarop het onderwijs wordt bestuurd. De minister heeft al concrete stappen gezet op belangrijke aanbevelingen uit het onderzoek en wil ook de bekostiging, zeggenschap en arbeidsvoorwaardenvorming aanpakken. Deze trajecten hangen samen en worden integraal bezien in een langetermijnvisie waarover de minister in gesprek gaat met het veld. Het doel is om tot een duidelijke langjarige invulling te komen.
De gevolgen van digitalisering op de leermiddelenmarkt
Dit rapport gaat over de gevolgen van digitalisering op de leermiddelenmarkt. Het beschrijft overwegingen om in te grijpen en de knelpunten in het aanbod. Het benadrukt dat er zowel positieve als negatieve kanten zijn aan digitalisering in het onderwijs. Het geeft ook aan dat publieke waarden onder druk staan door digitalisering en dat er behoefte is aan betere afstemming tussen de bekostiging en de aanschaf van leermiddelen.
Groeten uit... de iPadloze klas
Het artikel bespreekt onderwijsinnovatie op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling, waarbij technologische ontwikkelingen zoals gamification en virtual reality worden belicht. Professor Erik Scherder benadrukt echter het belang van lichamelijke inspanning en muziek in het onderwijs en vraagt zich af of overmatige digitalisering werkelijk positief bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Het dilemma voor schooldirecties wordt benoemd: hoe een evenwicht te vinden tussen voorbereiden op de toekomst met technologie en voorkomen van overmatige schermtijd.
Aanpak starten met leermiddelenbeleid
Leermiddelenbeleid is een meerjarig, duurzaam beleid dat gericht is op de keuze en implementatie van leermiddelen binnen een school. Dit beleid, dat sterk verbonden is met de onderwijsvisie van een school, biedt richtlijnen voor het selecteren, inkopen en gebruiken van leermiddelen. Het zorgt voor duidelijkheid in de organisatie, ondersteunt de besluitvorming en helpt bij het efficiënt en effectief laten verlopen van het onderwijsproces. Een goed leermiddelenbeleid voorkomt juridische complicaties, bevordert kostenbesparing en draagt bij aan het realiseren van de onderwijsvisie van de school.
Reactie op adviesrapport Taal en Rekenen in het vizier en peil.Leesvaardigheid
Er wordt door Minister Wiersema vermeld dat er gewerkt zal worden aan het verbeteren van informatie over leermiddelen en bewezen effectieve aanpakken, zodat deze informatie laagdrempeliger, toegankelijker en overzichtelijker wordt voor leraren. Er wordt aangegeven dat er aan deze verbetering wordt gewerkt in samenwerking met relevante partijen zoals lerarenopleidingen, vak- en beroepsverenigingen, en diverse expertisepunten en wetenschap. De verbetering van informatie over leermiddelen en bewezen effectieve aanpakken is onderdeel van bredere maatregelen om de kwaliteit van het leesonderwijs te verbeteren. Het doel is om leraren beter te ondersteunen bij het kiezen en implementeren van effectieve leermiddelen en methoden in hun lessen, wat uiteindelijk kan bijdragen aan het verbeteren van de leesvaardigheid van leerlingen.
Met welke wiskunde methode halen havoleerlingen de beste eindexamenresultaten
Het artikel bespreekt het belang van wiskundemethodes in het onderwijs en hoe ze van invloed kunnen zijn op de prestaties van leerlingen. Er wordt benadrukt dat er beperkt systematisch onderzoek is naar de effecten van methodes, maar er zijn aanwijzingen dat de methode ertoe doet, vooral voor zwakkere leerlingen. De kwaliteit van een methode wordt gemeten aan de hand van de aandacht voor bepaalde onderwerpen, oefenstrategieën en de verhouding tussen instructie en oefening. Directe feedback in digitale methodes wordt als waardevol beschouwd. Het artikel benadrukt dat leraren, vooral in het voortgezet onderwijs, moeten kunnen herkennen welke accenten een methode legt om effectief les te geven.
Jurisprudentie inzake terugkoop leermiddelen
Op 4 januari heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een civiele procedure over de 'compensatieregeling' voor leermiddelen. Het geschil draaide om de interpretatie van deze regeling, met name of deze ook gold voor afzonderlijke leermiddelen met een nieuw ISBN. De rechtbank oordeelde dat de compensatieregeling geen 'postcontractueel beding' was en dat dit expliciet in de overeenkomst had moeten staan. De vordering van ruim €450.000,- aan de zijde van de distributeur werd afgewezen.
De leraar heeft een vriend aan de overheid
Impuls open leermateriaal trapt af, zes pilotprojecten gepresenteerd
Het programma "Impuls Open Leermateriaal" is in oktober 2022 van start gegaan en heeft zes pilotprojecten geïntroduceerd. Deze projecten krijgen ondersteuning en subsidie om open leermateriaal in het onderwijs te bevorderen. De projecten variëren van het upgraden van bestaand leermateriaal tot het ontwikkelen van nieuw materiaal voor vakken zoals wiskunde, informatica en burgerschap. Het programma heeft tot doel open leermateriaal te bevorderen om beter in te spelen op de behoeften van leerlingen en de onderwijskwaliteit te verbeteren.
Leermiddelenbeleidsplan biedt concrete kaders en criteria voor onderwijsambities
Dit artikel bespreekt het belang van een leermiddelenbeleidsplan voor scholen om controle te krijgen over de keuze en kosten van lesmethoden. Zone.college, een onderwijsorganisatie in Nederland, heeft een beleidsplan opgesteld om hun leermiddelenbeheer te verbeteren. Het beleidsplan creëert samenhang tussen visie, infrastructuur, middelen en kennis en helpt bij het nemen van weloverwogen beslissingen over lesmethoden en digitale ambities. Zone.college werkte samen met VO-content, een non-profitorganisatie voor onderwijsondersteuning, om hun beleidsplan te ontwikkelen. Het artikel benadrukt dat het investeren in dergelijke ondersteuning een goede zet kan zijn voor scholen die soortgelijke uitdagingen ervaren.
Met scholen en aanbieders op weg naar een leermiddelenmarkt die werkt voor het onderwijs.
Dit rapport beschrijft een plan voor het ondersteunen van scholen en aanbieders bij het creëren van een gezonde leermiddelenmarkt. Een leermiddelenmarkt die voorziet in de behoeften van leraren en leerlingen en de basis vormt voor goed onderwijs in Nederland
"We maken ons lesmateriaal voor en met docenten en leerlingen"
In deze tekst wordt beschreven hoe LesLab lesmateriaal ontwikkelt voor docenten en leerlingen. De auteur, Rogier, benadrukt het belang van samenwerken met docenten en het gebruik van feedback uit het onderwijs. Ze digitaliseren hun lesmethodes en bieden flexibiliteit voor scholen die analoog willen blijven werken. LesLab ziet loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) breder dan alleen beroepskeuze en werkt samen met andere partijen, zoals de Radboud Universiteit, om jongeren voor te bereiden op de veranderende maatschappij.
Moeten wij ook toe naar een kwaliteitsalliantie voor leermiddelen?
Dit artikel bespreekt voorstellen in Vlaanderen om de kwaliteit van leermiddelen te waarborgen en stelt de vraag of een vergelijkbare "kwaliteitsalliantie" in Nederland zinvol en haalbaar is. Het artikel benadrukt dat educatieve uitgevers in Nederland een monopoliepositie hebben en dat de prijzen van leermiddelen in de afgelopen jaren zijn gestegen. Er wordt ook aandacht besteed aan het gebruik van digitale leermiddelen, waarbij veel leraren terughoudend zijn vanwege verlies van professionele vrijheid. De tekst beschrijft veranderingen in de afgelopen 10 jaar, de behoefte aan vernieuwend leermateriaal en de uitdagingen voor uitgevers. Kernindicatoren voor kwaliteit van leermiddelen worden gepresenteerd als mogelijke criteria. Het artikel benadrukt ook dat samenwerking tussen scholen en uitgevers nodig is voor innovatie en dat docenten vaak vasthouden aan traditionele lesmethoden, ondanks de groeiende behoefte aan vernieuwend materiaal.
De tango tussen leraar en leermiddel
Dit artikel bespreekt de kwaliteit van leermiddelen in het onderwijs, met de nadruk op tekortkomingen en criteria voor goede leermiddelen. Het benadrukt dat goede leermiddelen en de juiste toepassing ervan door leraren essentieel zijn voor het leerproces van studenten. Tekortkomingen in leermiddelen worden genoemd, zoals fragmentarische tekst, gebrek aan didactische strategieën en onvoldoende feedback. Het artikel benadrukt ook het belang van activeren van voorkennis en het verminderen van onnodige belasting van het werkgeheugen. Ten slotte spoort het leraren aan om een goed begrip te ontwikkelen van de kwaliteit van leermiddelen en hun rol bij het leerproces.
Digitalisering in mbo gaat nieuwe fase in
Het artikel bespreekt de vooruitgang van digitalisering in het Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en benadrukt het belang van digitalisering in mbo-opleidingen. Het benadrukt dat het mbo nu meer erkenning krijgt en dat digitalisering een integraal onderdeel is geworden van onderwijskwaliteit. Het artikel verwijst naar samenwerkingen en initiatieven om digitalisering in het mbo verder te bevorderen en een meer inclusieve benadering van studenten in verschillende onderwijsniveaus aan te moedigen. Het wordt benadrukt dat digitalisering in het mbo een nieuwe, volwassen fase ingaat.
Zet menselijkheid voorop bij digitalisering in het onderwijs
Het artikel benadrukt het belang van menselijkheid in het onderwijs te midden van toenemende digitalisering. Terwijl digitale middelen veel voordelen bieden, waaronder verbeterde leerstof en inzicht, roept de tekst vragen op over de rol van menselijkheid en de cruciale menselijke relaties tussen leraren en leerlingen. De publicatie identificeert drie kenmerken van menselijkheid in het onderwijs: het vermogen tot denken, sociale interactie en verbeeldingskracht. Hoewel technologie kan ondersteunen, kan het de unieke menselijke aspecten van onderwijs en relaties niet vervangen. Het benadrukt dat het behouden van menselijke waarden en relaties belangrijk is in een tijd van digitalisering in het onderwijs. Kennisnet roept op om ideeën te delen over het behouden van menselijkheid in het onderwijs te midden van technologische veranderingen.
Betere leermiddelen? Kan de kwaliteitsalliantie een bijdrage leveren?
In dit artikel wordt besproken hoe de Vlaamse Minister van Onderwijs een Kwaliteitsalliantie heeft opgericht om de kwaliteit van leermiddelen te verbeteren. Er is kritiek op commerciële leermiddelen die de creativiteit van leraren en leerlingen zouden beperken. De Kwaliteitsalliantie heeft criteria opgesteld waaraan leermiddelen moeten voldoen en moedigt zelfregulering aan bij uitgeverijen. De focus ligt op het ondersteunen van leraren bij het ontwerpen van boeiend en uitdagend onderwijs. Het artikel benadrukt dat de inspanningen nog maar het begin zijn en dat de kwaliteitsverbetering van leermiddelen kan leiden tot beter onderwijs en meer leerplezier voor leerlingen. De link naar het volledige rapport wordt ook verstrekt, samen met een lijst van kernindicatoren voor leermiddelenkwaliteit. De auteur, Kris Van den Branden, is hoogleraar taalkunde en lerarenopleider aan de KU Leuven.
Onderwijsraad: opmars slimme tech is 'gamechanger', strenge spelregels zijn nodig
De Onderwijsraad benadrukt in een rapport dat intelligente technologie het onderwijs fundamenteel zal veranderen. Scholen worden afhankelijker van grote techbedrijven door de complexiteit van deze technologie. Om de publiek-private samenwerking te reguleren, ontstaan initiatieven zoals het Trust Framework, een blauwdruk voor contracten waarin zeven belangrijke publieke waarden worden geborgd. Edtechbedrijven zien onderwijs als een lucratieve groeimarkt, en co-creatie tussen scholen en ondernemers wordt gezien als een manier om grip te houden op het proces van technologie-implementatie in het onderwijs. De Doetank is opgericht om landelijk co-creaties tussen onderwijsinstellingen en bedrijven te faciliteren.
stappenplan voor het kiezen van nieuwe (digitale) leermiddelen
Dit tekstfragment beschrijft een stappenplan voor scholen bij het kiezen van nieuwe (digitale) leermiddelen. Het stappenplan omvat de volgende fases: voorbereiding, onderzoek, keuze, invoering en evaluatie. In de voorbereidingsfase wordt een werkgroep samengesteld en worden randvoorwaarden vastgesteld. Tijdens het onderzoek worden criteria opgesteld en leermiddelen geëvalueerd. In de keuzefase wordt een onderbouwde keuze gemaakt, en in de invoeringsfase worden de leermiddelen geïmplementeerd met aandacht voor opleidingsbehoeften van leraren. Tot slot wordt het proces geëvalueerd voor mogelijke verbeteringen. Het stappenplan beoogt scholen te helpen bij het maken van gefundeerde keuzes voor leermiddelen die aansluiten bij hun behoeften en visie op onderwijs.
Vier in balans: een betrouwbaar houvast bij keuzes voor ict-inzet
Het "Vier in balans"-model biedt richtlijnen voor het effectieve gebruik van ICT in onderwijs. Het model bestaat uit vier bouwstenen: visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen, en infrastructuur. Een goed evenwicht tussen deze bouwstenen is essentieel voor succesvolle ICT-implementatie. Het doel is om weloverwogen beslissingen te nemen over ICT-gebruik in het onderwijs. Het model helpt bij het ontwikkelen van een visie op ICT, bevordert de deskundigheid van medewerkers, en biedt inzicht in de keuze van leermiddelen en de infrastructuur. Toepassing van dit model zorgt voor gebalanceerde ICT-keuzes, voorkomt desinvestering en teleurstelling, en bevordert de effectiviteit van technologie in het onderwijs. Het model benadrukt het belang van continue afstemming op de onderwijsvisie en betrokkenheid van belanghebbenden bij het vormgeven van een visie op onderwijs met ICT. Het benadrukt ook dat ict-bekwaamheid afhankelijk is van de context en dat het gesprek over vaardigheden en trainingen essentieel is. Het model biedt ook richtlijnen voor het opstellen van leermiddelenbeleid, inclusief het kiezen van leermiddelen, leeromgevingen en overwegingen met betrekking tot open leermiddelen. Ten slotte behandelt het model infrastructuuraspecten, zoals het kiezen van geschikte apparaten voor leerlingen, netwerkinfrastructuur, informatiebeveiliging, privacy en duurzaamheid. Het model benadrukt het belang van zorgvuldige planning en afstemming in al deze gebieden.
De behoefte aan onafhankelijke informatie over de kwaliteit van leermiddelen groeit
De behoefte aan onafhankelijke informatie over de kwaliteit van leermiddelen groeit onder leraren en de overheid. Er is meer aandacht voor de kwaliteit van leermiddelen, vooral digitale, en er wordt opgeroepen tot meer publieke regie op de kwaliteit ervan. Leraren willen onafhankelijk advies en wetenschappelijke onderbouwing bij het kiezen van leermiddelen. Een onafhankelijk platform wordt ontwikkeld om betrouwbare informatie over leermiddelen te verstrekken, en er zijn plannen voor meer wetenschappelijk onderzoek naar hun effectiviteit. Deze ontwikkelingen wijzen op een verschuiving van commerciële belangen naar onderwijsgerichte kwaliteitsborging.
Stop met de verheerlijking van ranglijstjes in het onderwijs
Dit stuk bekritiseert het gebruik van ranglijsten, vooral in het onderwijs, zoals die voor universiteiten en middelbare scholen. Het benadrukt hoe deze lijsten complexe realiteiten reduceren tot simplistische metingen, wat leidt tot problemen zoals subjectiviteit, beïnvloeding van kwaliteitsdefinities en zelfs frauduleus gedrag om hoger te scoren. Het roept op tot een bredere benadering van onderwijskwaliteit, los van de fixatie op ranglijsten, om echte positieve impact te realiseren.
Big Tech zit op school (en verandert daar de lessen)
De tekst betoogt dat educatieve technologie het onderwijs steeds meer domineert, maar dat dit ten koste gaat van privacy, onderwijskwaliteit en cruciale onderwijswaarden. Het verzamelen van data door deze technologieën baart zorgen, gezien de risico's van datahandel en het verlies van de school als veilige leeromgeving. Bovendien wordt betwist of de technologie daadwerkelijk de onderwijskwaliteit verbetert, omdat het de individualiteit van leerlingen beperkt en de focus op sociale interactie vermindert. Het pleidooi benadrukt het belang om onderwijsbehoeften boven technologie te stellen en de invloed van techbedrijven in het onderwijs te beteugelen.
Onderwijs ontsnapt aan chaos met overname schoolboekenleverancier TLN
Onderwijsdienstverlener The Learning Network (TLN), bekend van schoolboekenleverancier VanDijk, wordt teruggekocht door de oorspronkelijke eigenaren, Hans van der Wind en Wiet de Bruijn. TLN dreigde eerder dit jaar financiële problemen te krijgen door de snelheid waarmee het onderwijs digitaliseert en de afname van de vraag naar fysieke schoolboeken. Banken schelden een groot deel van de schuld van €150 miljoen kwijt om het bedrijf te redden. TLN ziet zijn toekomst nu vooral als adviseur en begeleider van scholen in de overgang naar digitale lesmiddelen. De oorspronkelijke eigenaren betalen het resterende deel van de bankschuld af en verstrekken kapitaal voor investeringen.
Onderwijs by the dashboard light
Dit artikel benadrukt de groeiende rol van adaptieve leersystemen in het onderwijs, waarbij algoritmen het leerproces van studenten sturen. Het wijst op ethische en pedagogische zorgen, zoals de impact op de relatie tussen leraren en studenten, de constante monitoring van studenten, en de veranderende rol van leraren naar "performance managers." Het pleit voor meer aandacht voor deze kwesties en de noodzaak om naar de ervaringen van leraren te luisteren. Er wordt voorgesteld om pedagogische en ethische vraagstukken kritisch te evalueren, niet om een keurmerk te geven, maar om de impact van technologie in het klaslokaal beter te begrijpen.
Wat vinden leraren belangrijk bij leermiddelen: verschillen tussen PO en VO
Uit een onderzoek naar de voorkeuren van leraren bij het kiezen van leermiddelen in het basisonderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO) blijkt dat er verschillen zijn in wat zij belangrijk vinden: In het PO vinden leraren het belangrijk dat leerstof past bij hun leerlingen, motiverende werkvormen worden aangeboden, en dat leermiddelen verschillende zintuigen aanspreken. Ze hechten waarde aan adaptieve leermiddelen die zowel het niveau omhoog als omlaag aanpassen. In het VO ligt de nadruk meer op werkvormen die verschillende leer- en oplossingsstrategieën aanbieden en werkvormen met feedback in de vorm van hints. Leraren in het VO zijn vaak meer gefocust op de vakinhoud en minder op differentiatie dan in het PO. Er zijn echter nuances in deze verschillen, en soms zijn de verschillen tussen onderbouw en bovenbouw van het VO groter dan tussen VO en PO. Over het algemeen komt dit overeen met wat eerder onderzoek heeft aangetoond.
Eindelijk: een onafhankelijk platform voor leermiddelen! (En wij doen mee!)
Stichting Education Warehouse werkt aan een onafhankelijk platform voor leermiddelen, beginnend met het voortgezet onderwijs. Het doel is om een overzicht te bieden van de kwaliteit van leermiddelen en goede keuzeprocessen te bevorderen. Het platform zal worden ontwikkeld in overleg met de sector en scholen en zal worden beheerd door een BV waarbij scholen invloed hebben. Het project staat sterk met steun van publieke partijen en technische expertise. Kwaliteit wordt gemeten aan de hand van zes indicatoren, en het platform zal leraren ook ondersteunen bij het keuzeproces. Het project bevindt zich in de planningsfase en zoekt investeerders en partners, met betrokkenheid van het CLU voor kennis en expertise.
Waarom scholen steeds vaker kiezen voor digitale leermiddelen
Digitalisering in het onderwijs heeft geleid tot de vervanging van traditionele lesmaterialen zoals leerlingenboeken door digitale middelen, zoals laptops en tablets. Dit heeft voordelen zoals lagere kosten voor scholen en de mogelijkheid om lesmateriaal gemakkelijk aan te passen. Digitale feedback en ondersteuning helpen zowel leraren als leerlingen. Uitgevers bieden nu alles-in-één leerpakketten aan, inclusief software en werkboeken voor elke leerling. Voor ouders is het soms lastig om deze materialen voor thuis aan te schaffen, maar er zijn andere aanvullende materialen beschikbaar voor thuisoefening.
Opinie: Docenten gekneveld door papierverslindend verkoopsysteem van grote uitgeverijen
Dit opiniestuk waarschuwt dat grote educatieve uitgevers (Malmberg, Noordhoff en ThiemeMeulenhoff) een licentiesysteem (LiFo) voor schoolboeken hebben ontwikkeld dat scholen en docenten aan hen bindt, ten koste van kleinere uitgeverijen en de vrije leermiddelenmarkt. Hoewel het systeem voordelen lijkt te bieden, zoals gemak en onderhandelingsmogelijkheden voor schoolbesturen, heeft het nadelen zoals beperkte keuzevrijheid voor docenten, hogere kosten voor licenties en twijfelachtige effecten op leerrendement. Bovendien is het systeem niet duurzaam, aangezien de meeste boeken in de LiFo-pakketten in China worden gedrukt en na een jaar worden weggegooid. Dit leidt tot verschraling van de leermiddelenmarkt en benadeelt kleine uitgeverijen. Het opiniestuk benadrukt het belang van keuzevrijheid voor leraren en het bestrijden van monopolisering in de leermiddelenmarkt.
Digitale toegankelijkheid maakt lesmateriaal gebruiksvriendelijker voor iedereen- hoe houd je er rekening ermee?
Elke van Doorn, adviseur bij het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs, benadrukt het belang van digitale toegankelijkheid in het onderwijs. Ze legt uit dat kleine aanpassingen zoals het gebruik van leesbare lettertypen en het toevoegen van alternatieve tekst voor afbeeldingen al een grote impact kunnen hebben op de toegankelijkheid van lesmateriaal voor studenten met functiebeperkingen. Een op de drie studenten heeft een functiebeperking, en het gebrek aan digitale toegankelijkheid kan hun studievoortgang belemmeren. Elke benadrukt dat rekening houden met digitale toegankelijkheid niet alleen wettelijk verplicht is, maar ook leidt tot sociale betrokkenheid, betere leerresultaten en tevredenheid bij studenten. Ze moedigt makers van lesmateriaal aan om proactief te zijn en digitale toegankelijkheid te integreren in hun ontwerpproces.
Hoe zien de leermiddelen van de toekomst eruit?
De tekst behandelt de digitalisering van leermiddelen in het onderwijs en pleit voor een evenwichtige balans tussen digitaal en papieren lesmateriaal. De auteur merkt op dat digitalisering en technologie niet de enige oplossing zijn en dat er behoefte is aan een gevarieerde mix van leermiddelen die past bij verschillende leerstijlen en onderwijsdoelen. Het benadrukt ook de financiële uitdagingen van deze overgang en suggereert de invoering van een nieuwe wet voor innovatieve leermiddelen met een hoger budget per leerling als oplossing.
Twee praktische blogs over vinden, (her) gebruiken en delen van open leermaterialen
De tekst verwijst naar twee praktische blogs over het vinden, (her)gebruiken en delen van open leermaterialen in de context van online onderwijs, met speciale aandacht voor een instelling genaamd HAN. De eerste blog behandelt stappen voor het (her)gebruiken van open digitale leermaterialen. De tweede blog richt zich op het bewustzijn en de overwegingen die moeten worden gemaakt voordat online leermaterialen openbaar worden gedeeld.
Het mag (moet) wat kosten
De blog bespreekt de toenemende kosten en beperking van keuzevrijheid in het onderwijs als gevolg van de overgang naar digitale leermiddelen en invulboeken in plaats van hardcover leerboeken en rekenschriften. Het illustreert dit met een kostenvergelijking tussen de oude en nieuwe methoden, waarbij de nieuwe benadering aanzienlijk duurder uitvalt. Bovendien wijst de tekst op de gevolgen voor het handschrift en benadrukt dat onderwijs steeds duurder wordt door deze ontwikkelingen.
De zwakste schakel in het basisonderwijs is het schoolbestuur
Dit stuk onderzoekt de rol van schoolbesturen in het basisonderwijs en hoe de financiering via lumpsum hen beïnvloedt. Het wijst op een kloof tussen financiële focus en onderwijspraktijk. De PO-raad, die belangen behartigt, lijkt meer op te treden als spreekbuis dan als effectieve vertegenwoordiger. Kritiek richt zich op de focus op financiën boven onderwijskwaliteit en het gebrek aan transparantie in bestuursbenoemingen. Er wordt gepleit voor meer bottom-upbenaderingen om bureaucratie te verminderen en de aandacht te verleggen naar de behoeften van scholen. Kortom, het belicht de uitdagingen van schoolbesturen, kwaliteitskwesties en mogelijke oplossingen in het basisonderwijs.
Meer geld, minder niveau: wat gaat er mis in het basisonderwijs?
Het Nederlandse basisonderwijs staat voor uitdagingen: ondanks toenemende financiële middelen is de onderwijskwaliteit gedaald. De uitgaven stegen, maar de prestaties van leerlingen op gebieden zoals rekenen, lezen en natuurwetenschappen zijn afgenomen. De invoering van lumpsum-financiering in 2006 gaf schoolbesturen vrijheid in budgetbesteding zonder verantwoording af te leggen, wat tot gebrek aan transparantie leidde. De Onderwijsinspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs te globaal, en er is een gebrek aan uniforme maatstaven voor kwaliteit. Ondanks financiële groei lijkt efficiëntie te zijn afgenomen door bureaucratische processen, resulterend in een kloof tussen financieel beheer en onderwijswerk.
Beter rekenonderwijs in twee jaar? Dat kan!
Een verstevigd fundament voor iedereen
Dit rapport benadrukt dat onderwijs de basis is van de kenniseconomie en de toekomst van Nederland. Hoewel Nederland voorheen een sterke positie had in Europa op het gebied van onderwijs, wordt het geconfronteerd met uitdagingen, zoals een lerarentekort en onderinvestering in onderwijshuisvesting. Het onderzoek concludeert dat de huidige financiering ontoereikend is om aan de verwachtingen te voldoen en pleit voor een investering van €0,7-1,5 miljard per jaar om de doelmatigheid te vergroten en het onderwijs naar een hoger niveau te tillen.
1 plus 1 is 3 als we digitale geletterheid integreren in bestaande vakken
Het artikel pleit voor de integratie van digitale geletterdheid in bestaande vakken, zoals lezen en rekenen, en benadrukt het belang ervan in de huidige informatiesamenleving. De tekst benadrukt dat digitale geletterdheid niet moet worden gezien als een apart vak, maar eerder als een essentiële vaardigheid die in het curriculum moet worden opgenomen. Het stelt dat dit kan leiden tot beter gemotiveerde studenten en beter leren. De tekst benadrukt ook dat digitale geletterdheid moet worden geïntegreerd in het onderwijs, ondanks de uitdagingen waarmee scholen worden geconfronteerd, en wijst op voorbeelden van hoe dit kan worden gedaan. De tekst concludeert dat digitale geletterdheid een voorwaarde is voor leven, leren en werken in de moderne maatschappij. Kortom, de tekst benadrukt het belang van digitale geletterdheid en de noodzaak om het in het onderwijs te integreren.
Nationaal groeifonds investeert in open leermateriaal
Het Nationaal Groeifonds heeft positief advies gegeven voor investeringen in open leermateriaal. Deze investering zal de ontwikkeling en benutting van open leermateriaal bevorderen door samenwerking tussen scholen, onderwijs- en expertiseorganisaties, en Kennisnet. Open leermateriaal biedt leraren meer keuzevrijheid en flexibiliteit, wat kan bijdragen aan beter onderwijs voor alle leerlingen. Het doel is om een gevarieerd aanbod van leermateriaal te creëren dat gratis beschikbaar, bewerkbaar en deelbaar is. Deze investering is bedoeld om de kwaliteit van open leermateriaal te verbeteren en de toegankelijkheid te vergroten, waardoor het onderwijs wordt verbeterd. Het Groeifonds maakt deze investering mogelijk, en verschillende onderwijs- en expertiseorganisaties zullen samenwerken om open leermateriaal verder te ontwikkelen en te delen.
Aan tafel bij scholen: Vraagstukken bij gepersonaliseerd leren met ict
Dit rapport gaat over gepersonaliseerd leren met behulp van ICT in het onderwijs. Een groep professionals en onderzoekers heeft een casusonderzoek uitgevoerd om de vragen en uitdagingen in de praktijk te begrijpen. Ze ontdekten dat scholen verschillende vraagstukken hebben, gerelateerd aan volgen en sturen, professionalisering, leermiddelen en ICT-toepassingen, en verantwoording. Deze vragen variëren van praktische implementatiekwesties tot beleidsmatige en kennisgerelateerde zaken. Het onderzoek benadrukt de behoefte aan verdere studie en kennisontwikkeling om scholen te helpen bij het vinden van passende oplossingen voor hun context. Er is ook een addendum met de belangrijkste kennisvragen over deze thema's.
Het kiezen van de best passende leermiddelen
De tekst bespreekt het proces van het kiezen van leermiddelen voor scholen en benadrukt de uitdagingen en knelpunten waarmee scholen te maken hebben bij dit proces. Het beschrijft ook hoe een goed doordacht keuzeproces eruitziet, waarbij visie en kennis een belangrijke rol spelen. Bovendien worden criteria besproken die leraren belangrijk vinden bij het selecteren van leermiddelen, en er wordt gewezen op de verschillen tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs in hun benadering van leermiddelen. Kort samengevat gaat de tekst over de complexiteit van het kiezen van leermiddelen, het belang van een goed doordacht proces, en de criteria die leraren belangrijk vinden bij de selectie van leermiddelen.
Kansen en uitdagingen van adaptief leermateriaal
Het trendrapport van SURF onderzoekt adaptief leermateriaal in het hoger onderwijs. Het rapport beschrijft wat adaptief leermateriaal is en onderzoekt kansen en risico's: Kansen: • Studenten kunnen op hun eigen niveau werken. • Materiaal motiveert studenten. • Data bieden meer inzicht. • Materialen kunnen docenten ondersteunen. Kanttekeningen bij de kansen: • Adaptief materiaal is lastiger te ontwikkelen voor complexe vaardigheden. • Het hoger onderwijs is niet uniform ingericht. Risico's en vraagstukken: • Content ontwikkelen is complex en tijdrovend. • Is concurrentie tussen studenten gewenst? • Mag een student nog falen? • Studenten brengen veel tijd door achter hun apparaten. • Studenten vorderen met verschillende snelheden. • De autonomie van docenten wordt beperkt. • Docenten hebben meer didactische vaardigheden nodig. • Niet alle leveranciers krijgen gelijke kansen. • Is privacy gewaarborgd? • Zijn algoritmes transparant? • Integratie van adaptieve leermaterialen met leermanagementsystemen. • Prijs van leermaterialen kan stijgen. Het rapport benadrukt onzekerheden in het hoger onderwijs, waar verschillende curricula en complexe lesstof de toepassing van adaptief leermateriaal bemoeilijken. SURF zal in 2022 met instellingen en leveranciers in gesprek gaan over deze kwesties, inclusief operationele en ethische vraagstukken.
Hoger onderwijs wil meer grip op digitaal lesmateriaal
Hogescholen en universiteiten gaan samenwerken om de veiligheid en privacy van studenten en medewerkers bij digitale leermaterialen te verbeteren. Ze hebben een 'Verklaring nationale aanpak digitale en open leermaterialen' opgesteld om de controle te nemen over het ontwikkelen en aanschaffen van digitale leermaterialen en de bijbehorende gegevensstromen. Deze stap volgt op kritiek op de invloed van grote techbedrijven in het hoger onderwijs. SURF, de ict-vereniging voor onderwijs en onderzoek, en Huib de Jong, voormalig voorzitter van de Hogeschool van Amsterdam, spelen een rol in dit initiatief. Privacy- en gegevensgebruiksafspraken zullen worden gemaakt met commerciële aanbieders van leermaterialen, en er wordt gewerkt aan een gezamenlijke infrastructuur voor leermaterialen. De financiële aspecten worden nog besproken met het ministerie van Onderwijs om de toegankelijkheid van het onderwijs te behouden.
Meerjarenprogramma 'impuls open leermateriaal' ingediend (nationaal Groeifonds)
Het Nationaal Groeifonds financiert projecten om economische groei op lange termijn te bevorderen. VO-content en andere onderwijsorganisaties hebben een voorstel ingediend om de onderwijskwaliteit te verbeteren door te investeren in hoogwaardig open (digitaal) leermateriaal. Dit moet leraren helpen om beter in te spelen op de behoeften van leerlingen, hun motivatie te vergroten en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Het programma richt zich op het versterken van leraren, ondersteunen van scholen, verrijken van open leermateriaal, innoveren van de publieke infrastructuur en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Scholen zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van het programma. De Commissie Groeifonds zal in maart 2022 beslissen over de subsidietoekenning. Het programma heeft tot doel de problemen in het Nederlandse onderwijs aan te pakken en de kwaliteit te verbeteren.
leermiddelen voor digitaal onderwijs
Digitalisering heeft zijn intrede gedaan in het onderwijs, met schoolkrijt en -boeken die plaatsmaken voor laptops en digitaal lesmateriaal. Dit is een positieve ontwikkeling, omdat het het onderwijs effectiever maakt en de motivatie van studenten verhoogt. Kwalitatieve laptops zijn essentieel voor deze overgang. Het is ook verstandig om je laptop te verzekeren voor onverwachte schade, om geen lessen te missen tijdens reparaties. Kortom, de digitalisering van het onderwijs is een logische en positieve ontwikkeling met aandacht voor de juiste technologie en verzekering.
Het kiezen van de best passende leermiddelen
Dit artikel behandelt het selectieproces van leermiddelen in Nederlandse scholen, benadrukt de moeilijkheden bij deze keuze en biedt stappen voor een weloverwogen selectie. Het belang van onderwijsvisie, kennis en visie wordt benadrukt, samen met factoren die het proces positief beïnvloeden. Het benoemt ook de mix van leermiddelen, de rol van kennisontwikkeling en vakdidactiek, en criteria voor kwaliteit op basis van wetenschappelijke bevindingen. Tot slot bespreekt het artikel de prioriteiten van leraren bij de keuze van leermiddelen en suggereert dat effectiviteit boven aantrekkelijkheid en motivatie moet worden gesteld. Kortom, het artikel biedt scholen inzichten en richtlijnen voor het selecteren van geschikte leermiddelen.
Hoe ondernemerspioniers de klas veranderen
Verschillende ondernemers in de markt voor lesmateriaal voor het basisonderwijs, zoals Snappet en LessonUp, hebben met innovatieve oplossingen de lespraktijk op scholen beïnvloed. Ze introduceren digitale lesmethoden en tools die inspelen op persoonlijke aandacht en tijdbesparing voor docenten. Hoewel kritiek bestaat over het gebruik van publiek geld voor commerciële bedrijven, benadrukken de ondernemers de innovatiekracht en risico's die zij nemen. Privacyzorgen worden aangepakt door het anoniem en op verzoek van scholen verwerken van verzamelde data. De ondernemers pleiten voor vertrouwen in de behoeften van leraren en een praktische aanpak voor beter onderwijs.
Wie hervormt de leermiddelenmarkt?
De tekst gaat over de leermiddelenmarkt in Nederland en de zorgen rondom marktwerking en privatisering. In 2008 werd de Wet Gratis Schoolboeken (WGS) ingevoerd om leermiddelen betaalbaar te houden, maar de kosten zijn niet gedaald, en er is kritiek op de marktwerking. Grote educatieve uitgevers, zoals Noordhoff, Malmberg en ThiemeMeulenhoff, domineren de markt. Distributeurs zoals Van Dijk hebben een groot aandeel, en schoolbesturen verenigen zich om sterker te staan. Digitalisering en de opkomst van techreuzen zoals Apple, Facebook, Google en Microsoft beïnvloeden de markt. De vraag wordt gesteld wie de regie over het onderwijs heeft, en er is zorg over de invloed van private partijen op leermiddelen. Er wordt gepleit voor meer keuzevrijheid en betaalbare leermiddelen, en het bewustzijn dat het eigenaarschap van onderwijs bij de sector moet liggen. Tot slot wordt de kwestie van publiek geld dat naar private verdienmodellen vloeit aan de orde gesteld. De tekst roept vragen op over de rol van de overheid en de verwachtingen van de samenleving ten aanzien van investeerders die overheidsgeld ontvangen.
Leermiddelen van de toekomst|in gesprek met Jonas Grutters
Scholen krijgen veel op zich af. Zo ook de leermiddelen waar leerlingen en leraren mee werken. Leraren maken elke dag het verschil. Zij zien leerlingen groeien, ontdekken talenten, maken kinderen wijzer en geven vakkennis door. Maar dat is niet eenvoudig. Verschillen tussen leerlingen, de hoge werkdruk en maatschappelijke vraagstukken – van kansenongelijkheid tot de impact van sociale media – hebben grote invloed op het onderwijs. Welke leermiddelen zet je in? Zetten deze wel aan tot leren? Is er een schoolbeleid? Wat zijn leermiddelen en zijn open leermaterialen een kans voor scholen? Greg ging met Jonas Grütters in gesprek over de toekomst van leermiddelen.
Alles wat u moet weten over digitaal erfgoed voor het onderwijs
Dit is een artikel over open leermiddelen specifiek met betrekking tot digitaal erfgoed (nav programma Digitaal erfgoed dat in 2021 werd afgerond). Doelgroep: po en vo.
onderzoek keuzeproces leermiddelen: de belangrijkste resultaten
Dit artikel beschrijft een onderzoek van het CLU voor de PO-Raad over het keuzeproces voor nieuwe leermiddelen in basisscholen. Het onderzoek volgde zes scholen gedurende hun proces van het kiezen van nieuwe leermiddelen voor vakken als rekenen, taal, lezen en wereldoriëntatie. De bevindingen tonen aan dat een gestructureerd keuzeproces ideaal is, waarbij visie op onderwijs, kennis van leermiddelen, en projectorganisatie in acht worden genomen. Procesbegeleiding en tools, zoals stappenplannen en criteriahulpmiddelen, zijn van onschatbare waarde voor scholen bij het maken van een geïnformeerde keuze. Het artikel beveelt aan om deze ondersteuning te bundelen in een landelijk ondersteuningsloket, bestaande tools verder te ontwikkelen en diagnose-instrumenten te creëren om het keuzeproces te verbeteren.
Groei van bijlesbedrijven brengt toegang tot onderwijs in gevaar
Het artikel bespreekt het advies van de Onderwijsraad, waarin wordt gewaarschuwd voor de toenemende invloed van commerciële bijlesbedrijven in het Nederlandse onderwijssysteem. Het rapport benadrukt dat het recht op gelijke toegang tot onderwijs in gevaar komt door de groei van betaald lesaanbod, waardoor bepaalde scholieren benadeeld worden. De Onderwijsraad roept op tot meer regelgeving en transparantie over commerciële activiteiten in het onderwijs. Het aantal bedrijven dat betaalde diensten aanbiedt, zoals bijlessen, is sterk toegenomen, en de raad waarschuwt dat dit kan leiden tot uitsluiting van leerlingen van ouders met lagere inkomens. De overheid en scholen worden opgeroepen om duidelijkere spelregels op te stellen en meer bewust om te gaan met commercieel aanbod in het onderwijs.
De kracht van open leermateriaal
Dit stuk tekst benadrukt het belang van open leermateriaal in het onderwijs. Het vergelijkt de perceptie van buitenstaanders met betrekking tot het onderwijs met voetbal en merkt op dat er veel vernieuwing plaatsvindt binnen scholen, vooral via open leermaterialen. Deze materialen stellen leraren in staat om lesmateriaal aan te passen aan de behoeften van hun studenten. Kennisnet en andere organisaties proberen open leermateriaal meer vindbaar en toegankelijk te maken en hebben financiering aangevraagd om dit te ondersteunen. De tekst benadrukt ook de teamspirit en ambitie in de onderwijssector om open leermateriaal te omarmen, terwijl het erkent dat financiële steun ook van belang is.
Digitale leermiddelen en feedback
Dit blog gaat over een initiatief in Vlaanderen, de Kwaliteitsalliantie, die samenwerkt om de kwaliteit van leermiddelen te monitoren en verhogen. Er is kritiek op commerciële leermiddelen die leerlingen tot invullers en leraren tot uitvoerders maken. De auteurs benadrukken het belang van criteria voor kwaliteitsvolle leermiddelen en pleiten voor een meer constructieve dialoog tussen uitgevers, onderwijsinstanties en gebruikers om betere educatieve ervaringen voor leerlingen te garanderen. Ze delen ook een lijst met kernindicatoren voor kwaliteitsleermiddelen. Het doel is om leerlingen meer betrokken en geïnspireerd te maken in het leerproces.
Bijlesindustrie dreigt publiek onderwijs uit te hollen
Pieter Hasekamp, directeur van het Centraal Planbureau (CPB), uit bezorgdheid over de groei van commerciële bijlesbedrijven die deels gebruikmaken van publiek geld en faciliteiten van scholen. Hij waarschuwt voor toenemende kansenongelijkheid en benadrukt dat privaat schaduwonderwijs, gefinancierd uit publieke middelen, het publieke onderwijs kan ondermijnen. Hasekamp pleit voor maatregelen om deze tweedeling in het onderwijs aan te pakken.
Laten we publieke karakter van onderwijs beschermen
Edith Hooge, voorzitter van de Onderwijsraad, waarschuwt voor de groei van privaat onderwijsaanbod en de toenemende vervlechting ervan met publiek bekostigd onderwijs. Ze benadrukt het belang van het publieke karakter van onderwijs en de bescherming van collectieve maatschappelijke belangen en publieke waarden. Hooge stelt dat de druk van ouders om te investeren in privaat aanvullend onderwijs competitieve behoeften creëert en kansenongelijkheid vergroot. Ze pleit voor hernieuwd bewustzijn van het publieke karakter van onderwijs en het behoud van het collectieve publieke belang.
Wat hebben scholen nodig om te komen tot een keuze voor de best passende leermiddelen bij hun school?
Dit rapport beschrijft een tweelingonderzoek over leermiddelenkeuzes in het basisonderwijs. De onderzoeksvraag richt zich op wat scholen nodig hebben om de beste leermiddelen voor hun behoeften te kiezen. De conclusies wijzen op een gebrek aan doordachte keuzeprocessen, variabele behoeften van scholen, en tekort aan kennis over leermiddelenkwaliteit. Het rapport beveelt een lineaire-cyclische fasering aan voor keuzeprocessen, het gebruik van ondersteunende tools en onafhankelijke procesbegeleiding, en investering in de professionalisering van leraren betreffende leermiddelenkennis. Het rapport suggereert ook vervolgonderzoek en samenwerking met belanghebbenden om de vraagarticulatie te verbeteren. De gedetailleerde conclusies zijn beschikbaar in het volledige rapport.
Welk effect hebben leesmethodes op de leesvaardigheid van leerlingen in het basis-en voortgezet onderwijs
Leesmethodes in het basis- en voortgezet onderwijs lijken weinig te verschillen in hun effect op de leesvaardigheid van leerlingen. Onderzoek naar wat een leesmethode effectief maakt, is beperkt. Het is belangrijk dat leraren doelen voor leesonderwijs overwegen en leesmethodes doelgericht gebruiken. Meer dan tachtig procent van leraren gebruikt formele leesmethodes, maar de invloed van specifieke methodes op leerdoelen is niet goed onderzocht. Methodes richten zich vaak op algemene leesstrategieën en begripsvragen, maar besteden weinig aandacht aan tekststructuur en zelfregulerende vaardigheden. Vergelijkend onderzoek toont aan dat de keuze van leesmethode weinig verschil maakt, en de rol van de leraar is cruciaal voor succes in leesonderwijs. Zowel investeringen in methodes als in de didactische kennis van leraren zijn belangrijk.
Chinese staat sluipt het Nederlandse klaslokaal in
Het artikel gaat over de aanwezigheid van Confucius Instituten van de Chinese overheid op Nederlandse middelbare scholen. Deze instituten bieden taal- en cultuurlessen aan en zijn bedoeld om de Chinese taal en cultuur te verspreiden. Terwijl er wereldwijd kritiek en zorgen zijn over deze instituten vanwege hun banden met de Chinese overheid en mogelijke spionage, blijven sommige Nederlandse scholen samenwerken. Deze samenwerkingen leveren financiële voordelen op, maar roepen vragen op over de academische vrijheid en mogelijke beïnvloeding door China. Enkele scholen zijn gestopt met de samenwerking, terwijl anderen twijfelen vanwege zorgen over afhankelijkheid en gebrek aan transparantie. De overheid adviseert instellingen om zich los te koppelen van de Confucius Instituten, terwijl ze vertrouwen hebben in de professionele aanpak van leraren om diverse aspecten van China te belichten in de lessen.
Een bikintopje veranderd in een sok: is het bezwaarlijk dat lesmateriaal wordt gecensureerd?
Dino's en korte rokjes worden uit de schoolboeken geweerd
Impuls open leermateriaal: katalysator voor onderwijsverbetering
Dit programma streeft ernaar de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs te verbeteren door te investeren in hoogwaardig open (digitaal) leermateriaal voor leraren. Dit materiaal moet helpen de motivatie van leerlingen te vergroten, schooluitval te verminderen, leeropbrengsten te verhogen en de aansluiting op de samenleving en beroepspraktijk te verbeteren. De aanpak omvat het gebruik van bestaande netwerken en vakcommunities, het verbeteren en ontwikkelen van leermaterialen, innovatie van de publieke infrastructuur voor open leermaterialen en praktijkgerichte onderzoeken. Het programma vereist een investering van €77,9 miljoen uit het Groeifonds, met een verwacht bbp-effect van €53 miljoen per jaar en eenmalig €64 miljoen. Publieke partijen zoals Kennisnet, SLO, VO-content en onderwijsorganisaties dragen bij vanuit hun bestaande financiering. Het programma is bedoeld om de problemen in het Nederlandse onderwijs aan te pakken, zoals de kwaliteit van het onderwijs, kansenongelijkheid, verspild talent en hoge werkdruk van leraren.
De grote Digisprong- analyse: ICT-competente leerkrachten en digitale leermiddelen
Dit artikel bespreekt de Digisprong-initiatief in Vlaanderen, dat gericht is op de digitalisering van het onderwijs. Het concentreert zich op de ICT-competenties van leerkrachten en het gebruik van digitale leermiddelen. Een meerderheid van de leerkrachten voelt zich digitaal competent, maar er is behoefte aan bijscholing. Scholen bieden in 64% van de gevallen ICT-opleidingen aan, maar niet iedereen is tevreden met de beschikbare professionaliseringsmogelijkheden. Er is aandacht voor digitale leermiddelen, zoals KlasCement en Het Archief voor Onderwijs, maar sommige leraren kennen deze nog niet goed. Er wordt ook gesproken over raamovereenkomsten voor software, waarbij Microsoft en Office 365 vaak worden genoemd. Er is ruimte voor verbetering in de digitale professionalisering van het onderwijs.
Leermiddelen van bijzaak naar sleutel tot succes
Dit document beschrijft hoe de kwaliteit van voortgezet onderwijs is afgenomen en hoe dit heeft geleid tot het verlies van de mondiale koppositie. De Wet Gratis Schoolboeken wordt aangewezen als een factor die heeft geleid tot een verschuiving van de focus van leermiddelenkwaliteit naar administratieve lastenvermindering. Digitalisering wordt gezien als een kans om de onderwijskwaliteit te verbeteren door maatwerk, flexibiliteit en kostenbeheersing mogelijk te maken. Dit vereist bewust aanbesteden en verbeteringen in de leermiddelenketen, waarbij zowel gevestigde als nieuwe aanbieders een rol spelen. Het rapport benadrukt het belang van een onderwijsvisie bij het maken van keuzes op het gebied van leermiddelen en beveelt aan om de samenwerking te veranderen in co-creatie op een relationele basis om de onderwijskwaliteit te verbeteren.
Naar een nieuw evenwicht? Tweede deelrapport Evaluatie WGS
Dit is een introductie van de evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken (WGS) in Nederland, die sinds 2008 van kracht is. De WGS heeft twee hoofddoelstellingen: het beperken van de schoolkosten voor ouders van kinderen in het voortgezet onderwijs en het stimuleren van marktwerking in de leermiddelenmarkt. Het rapport beschrijft de evaluatie, waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan kostenontwikkelingen, marktwerking, keuzevrijheid op scholen en mogelijke inclusie van digitale apparaten voor onderwijs. Dit is het tweede deelrapport van de evaluatie in 2021.
Evaluatie WGS syntheserapport
Dit is een samenvatting van de bevindingen uit een evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken (WGS). De evaluatie omvat drie rapporten en belicht verschillende aspecten van de leermiddelenmarkt en het onderwijs: 1. Digitalisering heeft de leermiddelenmarkt veranderd, met nieuwe producten en aanbestedingsmethoden, zoals LiFo-producten en productaanbestedingen. 2. Scholen geven de voorkeur aan blended learning met digitale en fysieke materialen, maar de beschikbaarheid van fysieke materialen staat onder druk door de nadruk op digitale componenten. 3. Scholen ervaren toenemende kosten voor de aanschaf van leermiddelen, met name vanwege digitale lesmaterialen, en vinden de afschrijvingsperiode van licenties problematisch. 4. Scholen hebben ook te maken met toenemende kosten voor devices, waarvoor de lumpsumbekostiging vaak niet voldoende is. Sommige scholen vragen ouders om devices aan te schaffen, wat financiële drempels kan opwerpen voor sommige gezinnen. De evaluatie belicht de complexe uitdagingen en de behoefte aan meer transparantie in de leermiddelenmarkt en financieringsopties voor devices.
Normaal onderwijs is ook digitaal
De auteur, Larissa Zegveld, benadrukt het belang van online onderwijs als aanvulling op fysiek onderwijs en pleit voor een evenwichtige benadering. Ze is verbaasd over de heftige discussie rond online onderwijs, vooral gericht op de ervaringen tijdens de coronapandemie, en betoogt dat online onderwijs niet alleen negatief moet worden beoordeeld. Ze moedigt aan om blended learning te ontwikkelen en te verbeteren, waarbij zowel fysieke als online leermethoden worden geïntegreerd, met inachtneming van de lessen uit de pandemie. Ze waarschuwt tegen het weggooien van de waardevolle aspecten van online onderwijs en benadrukt de noodzaak van ruimte voor onderwijsontwikkeling.
ACM blijft erbij: fusie schoolboekensector mag doorgaan
Ondanks een hernieuwd onderzoek heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) besloten dat de voorgenomen overname van schoolboekendistributeur Iddink door uitgeefconcern Sanoma mag doorgaan. Concurrent Noordhoff had bezwaar gemaakt uit vrees voor een te sterke machtspositie van Sanoma Learning, het moederbedrijf van Malmberg. De ACM concludeert opnieuw dat er geen aannemelijk risico is dat Sanoma het digitale platform van Iddink en leermiddelen van Malmberg gebundeld zal verkopen. De voorwaarde dat Sanoma het digitale platform eerlijk moet openstellen voor andere uitgevers blijft gehandhaafd. De ACM gaat in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam.
Wetswijziging vrijwillige ouderbijdrage 1 augustus 2021
De wetgeving over de vrijwillige ouderbijdrage in het primair en voortgezet onderwijs is per 1 augustus 2021 aangescherpt. De belangrijkste wijziging is dat alle leerlingen moeten kunnen deelnemen aan schoolactiviteiten, zelfs als hun ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen. Scholen moeten dit expliciet vermelden in hun schoolgids en schoolplan. Er zijn vier soorten schoolkosten: categorie 1 betreft lesmateriaal, categorie 2 zijn persoonsgebonden kosten, categorie 3 omvat elektronische informatiedragers, en categorie 4 is de vrijwillige ouderbijdrage voor extra activiteiten. Het doel van de wet is om uitsluiting van leerlingen van activiteiten te voorkomen als ouders de bijdrage niet betalen. Scholen moeten zelf zorgen voor financiering als ouders niet betalen, en de inspectie houdt toezicht op naleving van de wet. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op het schoolkostenbeleid en de bijdrage.
Aan de slag met open leermateriaal. Waar moet je aan denken?
Waar kan je open lesmateriaal vinden, hoe kan je het maken en waar rekening mee te houden.
Open leermateriaal inzetten op uw school, wat komt daar bij kijken?
Basisartikel met uitleg over open leermiddelen. Open leermateriaal, vrij beschikbaar en aanpasbaar, biedt leraren flexibiliteit en diversiteit in lesgeven. Leraren vinden en delen materiaal online, zoals op Wikiwijs, waardoor samenwerking en kwaliteitsverbetering mogelijk zijn. Schoolleiders spelen een cruciale rol bij het integreren van open leermateriaal in de onderwijsvisie en het budget.
Onderzoek Thaesis: aanbesteding van leermiddelen gaat vaak ten koste van de kwaliteit
Het onderzoek van Thaesis naar het aanbesteden van leermiddelen in het voortgezet onderwijs toont aan dat de kwaliteit van leermiddelen is afgenomen en dat aanbestedingen vaak ten koste gaan van de kwaliteit. De introductie van de Wet Gratis Schoolboeken heeft scholen kostenbewuster gemaakt, maar de aandacht voor de kwaliteit van leermiddelen verminderd. Het rapport benadrukt dat bewuste aandacht voor het aanbesteden van leermiddelen essentieel is voor kwaliteitsverbetering. Verbeteringen omvatten onder andere aanbesteden in percelen, samenwerking tussen scholen bij aanbestedingen en flexibilisering van de inkoopfunctie. Deze veranderingen kunnen leiden tot een verbetering van de kwaliteit van leermiddelen en het herstel van de positie van het onderwijs.
onderzoek keuzeprocessen: investeer in kwaliteit van keuzeproces leermiddelen
Dit onderzoek heeft gekeken naar de keuzeprocessen voor leermiddelen in basisscholen. Het blijkt dat scholen vaak niet goed geïnformeerd zijn over de kwaliteit van leermiddelen en dat hun keuzeprocessen niet altijd goed doordacht zijn. Er zijn ook grote verschillen in behoeften van leraren met betrekking tot leermiddelen. Het artikel benadrukt het belang van het investeren in visie en kennis over leermiddelen in schoolteams en professionalisering om betere keuzes te maken. Het suggereert dat dit het keuzeproces zal verbeteren en helpen bij het afstemmen van leermiddelaanbod op de behoeften van het onderwijs. Het onderzoek is uitgevoerd door CLU Leermiddelencentrum in opdracht van de PO-Raad.
Onderzoek: Meer maatwerk dankzij open leermateriaal
Onderzoek uit 2021 naar gebruik van aanvullende (open) leermiddelen. Hierin worden tips gegeven, nav het onderzoek, voor leermiddelenbeleid.
Monitor hybride onderwijs, rapportage over het voortgezet onderwijs
Dit onderzoek richtte zich op hybride onderwijs tijdens de tijdelijke sluiting van scholen vanwege de COVID-19-pandemie. Het betrof een mix van online en offlineonderwijs. Leraren gaven voornamelijk online les, met veel feedback en individuele hulp aan leerlingen. Ouders vonden over het algemeen dat het onderwijs goed was afgestemd op hun kind, maar hadden soms moeite met zicht op het schoolwerk. Leerlingen gebruikten voornamelijk computers, deden actief mee in online lessen en waardeerden goede uitleg. Leraren verwachtten in de toekomst meer gebruik van digitale leermiddelen en activerend onderwijs. De meeste leraren, schoolleiders en ict-coördinatoren vonden de ICT-infrastructuur voldoende en waren positief over vaardigheden met ICT. Opbrengsten varieerden, met leerlingen die zelfstandiger werden en leraren die vaardiger werden met ICT. Er waren zorgen over achterstanden bij sommige leerlingen. Leerlingen vonden thuis werken fijner en konden zelfstandig werken. Positieve opbrengsten waren geassocieerd met goede online lessen en actieve deelname.
zes vragen aan mij over open leermiddelen
Petra Holstein, een docent rekenen en digitale vaardigheden aan het Drenthe College in Assen, deelt leermaterialen en goede praktijken om het onderwijs aantrekkelijk en actueel te maken. Ze laat zich inspireren door collega's op sociale media en deelt lesmateriaal, instructiefilmpjes, PowerPoints, en meer. Haar drijfveer om te delen komt voort uit een innerlijke drang om enthousiasme en kennis te verspreiden, vergelijkbaar met missionarissen die een boodschap willen overbrengen. Ze deelt met het oog op studenten en collega's om de motivatie van studenten te vergroten en hen meer te betrekken bij het leren. Haar tips voor andere docenten die overwegen te delen zijn om deel uit te maken van onderwijsgroepen op sociale media, workshops van collega's te volgen, en kleine stappen te zetten om te experimenteren. Ze moedigt ook aan om samen te werken binnen de eigen onderwijsinstelling, te netwerken en bruggen te bouwen, en zichtbaar en laagdrempelig te zijn. Haar boodschap aan het team leermiddelen is om meer dan alleen tools te delen, in gesprek te gaan met studenten en praktisch en laagdrempelig te zijn. Vertrouwen, durf en groei zijn essentieel in het delen van leermaterialen.
Er is meer dan Google- onderwijs het digitale alternatief
De tekst benadrukt dat veel scholen in Nederland gebruikmaken van laptops en online platformen van grote tech-bedrijven zoals Google en Microsoft, wat voordelen biedt maar ook verplichtingen schept. Het concept van "platformisering" in het onderwijs houdt in dat onlinediensten van tech-bedrijven steeds meer verweven raken met de digitale leeromgeving van scholen, en de gegevens van leerlingen worden gebruikt als 'brandstof' voor commerciële ecosystemen. Terwijl dit efficiëntie en gemak biedt, plaatst het publieke waarden onder druk en kan het leiden tot een eenzijdige digitale afhankelijkheid van bepaalde tech-bedrijven. Daarnaast benadrukt de tekst het belang van het aanbieden van een digitaal alternatief en het aanleren van digitale geletterdheid aan studenten. Dit omvat het gebruik van alternatieve onlinediensten, privacyvriendelijke zoekmachines en het bespreken van opensourcesoftware. Daarnaast wordt benadrukt dat scholen technologische diversiteit moeten omarmen en studenten moeten leren zich kritisch te verhouden tot technologie en digitale platforms. Het doel is om studenten in staat te stellen verschillende richtingen en perspectieven te begrijpen, in plaats van slechts één enkele dominante benadering. Het artikel verwijst ook naar het handboek Digitale Geletterdheid voor meer informatie over dit onderwerp.
Waar moet je op letten als je leermiddelen ontwerpt voor formatief evalueren?
Formatief evalueren is een krachtige manier om het leren van leerlingen inzichtelijk te maken en hun leerprestaties te verbeteren. Het bevordert het eigenaarschap van leerlingen over hun leerproces, wat leidt tot meer autonomie en motivatie. Goed ontworpen leermiddelen kunnen formatief evalueren ondersteunen door het stellen van leerdoelen, het gebruik van rijke opdrachten die hogere denkvaardigheden aanspreken, het formuleren van succescriteria en het geven van feedback. Dit proces volgt een iteratieve aanpak en er zijn praktische boeken beschikbaar om docenten te inspireren. Het CLU biedt workshops om docenten te helpen formatieve evaluatie in hun lessen of lesmaterialen te integreren.
Leerachterstand aanpakken met adaptieve leeromgeving
Snappet is een digitaal onderwijsplatform dat leerlingen van het 2de tot en met het 6de leerjaar voorziet van persoonlijke tablets. Het platform is gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van leerlingen en ondersteuning van leerkrachten. Snappet faciliteert "Connected Learning," waarbij alle betrokkenen in het onderwijsproces worden verbonden om leerlingen beter te ondersteunen. Het platform streeft naar verbeterde leerresultaten en biedt tijdwinst, inzicht, en bewezen hogere leerresultaten voor leerlingen van alle niveaus. Het doel is om persoonlijk en verbonden onderwijs in de klas te realiseren en zo de onderwijsverbetering te versnellen. Dit concept wordt "Connected Learning" genoemd.
Digitalisering zet onderwijswaarden onder druk: het is tijd voor publieke regie
In deze tekst wordt betoogd dat digitalisering in het onderwijs publieke regie en controle vereist. Er wordt gewezen op de voordelen van digitale hulpmiddelen in het onderwijs, maar ook op de mogelijke nadelen, zoals toenemende kansenongelijkheid, groeiend gebruik van leerlingdata en de invloed van grote marktpartijen. De tekst roept op tot publieke regie om de publieke waarden in het onderwijs te beschermen, zoals autonomie, privacy en rechtvaardigheid. Dit zou moeten gebeuren door professionele schoolorganisaties, samenwerking tussen schoolbesturen en de oprichting van een publieke ict-infrastructuur. Het doel is om de regie over digitalisering in het onderwijs terug te krijgen en ervoor te zorgen dat digitale middelen bijdragen aan de onderwijsambities.
Leermiddelen Monitor 17/18
SLO brengt, in samenwerking met Kennisnet, sinds 2007 het leermiddelengebruik in Nederland in kaart. De Leermiddelenmonitor zoomt in op leermiddelengebruik in het algemeen, het gebruik van methoden en zelf gevonden of ontwikkelde leermiddelen, het gebruik van digitale leermiddelen, verschil in gebruik tussen leraren in het po en vo, verschil in gebruik tussen leraren in het vmbo en havo/vwo, en leermiddelenbeleid.
Transformatie in les(geven) op afstand
In reactie op de huidige situatie in het onderwijs tijdens de coronacrisis, merkt Willem-Jan van Elk, adviseur leermiddelen bij Kennisnet, op dat er trots en frustratie heersen. Hoewel er innovatieve vormen van lesgeven met technologie zijn ontstaan, zijn er ook beperkingen, zoals het niet altijd kunnen bereiken van alle leerlingen. Van Elk voorspelt dat er komend schooljaar nog gedeeltelijk op afstand lesgegeven zal worden, gezien de aanhoudende impact van COVID-19. Hij benadrukt de rol van digitale tools voor contact tussen docenten en leerlingen, evenals het groeiende gebruik van digitaal lesmateriaal. De verschillen in voortgang tussen leerlingen vormen een uitdaging, en scholen moeten prioriteiten stellen en mogelijk bepaalde vakken bijspijkeren. Van Elk ziet een blijvende verandering in het onderwijs, met een zoektocht naar een nieuwe balans tussen fysiek en online werken en een grotere nadruk op maatwerk om beter in te spelen op individuele behoeften.
Digitaal lesmateriaal drijft kosten voor scholen op
Scholen in Nederland die overstappen van papieren naar digitale lesmaterialen kunnen te maken krijgen met tot wel 45% hogere uitgaven, volgens een analyse van SEO Economisch Onderzoek. Het onderzoek toont aan dat de kosten van deze overgang voor scholen vaak onbekend zijn vanwege de ondoorzichtige schoolboekenmarkt, gedomineerd door enkele grote spelers. De coronacrisis heeft het gebruik van digitale leermiddelen doen toenemen, en scholen vrezen dat het nieuwe schooljaar 15% tot 20% hogere kosten met zich mee zal brengen. Het onderzoek belicht de impact van de overstap naar abonnementen op digitaal lesmateriaal, vooral in combinatie met papieren werkboeken.
Scholen verzetten zich tegen prijsverhoging onlinesysteem Magister
Middelbare scholen in Nederland verzetten zich tegen de bijna 30% prijsverhoging voor Magister, een online administratiesysteem met roosters, cijfers en lesmaterialen. Scholen hebben gezamenlijk actie ondernomen en 150 tot 200 schoolbesturen hebben zich bij de actie aangesloten. Eigenaar Iddink, dat vorig jaar door Sanoma Learning werd overgenomen, rechtvaardigt de prijsverhoging met verwijzing naar privacywetgeving en bescherming tegen ddos-aanvallen. Scholen voelen zich voor het blok gezet, en het verzet wordt ondersteund door inkoopcoöperatie Sivon.
Onnodige kosten voor ongebruikte studieboeken mogen in het nieuwe Mbo-jaar niet meer voorkomen
De JOB-monitor toont aan dat mbo-studenten nog steeds verplicht zijn boeken en lesmaterialen te kopen die ze niet gebruiken tijdens hun opleiding, vooral in het domein Zorg en Welzijn. Ongeveer 50% van de studenten in dit domein meldt dat ze niet alle boeken gebruiken. Het probleem is al langer bekend en heeft geleid tot een motie die scholen verplicht niet-gebruikte boeken terug te kopen. Er zijn ook zorgen geuit over stagediscriminatie en de beperkte keuzemogelijkheden voor studenten in zogenaamde 'keuzedelen'. Minister Van Engelshoven heeft aangegeven dat de wet is aangepast om dit probleem aan te pakken.
Vervolgstudie marktwerking leermiddelen voortgezetonderwijs
Dit document gaat over marktconcentratie en aanbestedingen in het voortgezet onderwijs, met nadruk op leermiddelen. Het vermeldt dat de markt voor leermiddelen geconcentreerd is en dat VanDijk en Iddink veel aanbestedingen winnen. Er wordt gesproken over de gebruikelijke aanbestedingsmethode en een alternatieve methode genaamd 'aanbesteden per titel'. De tekst benadrukt de kostenontwikkeling en de gevolgen van switchen naar andere methoden, met aandacht voor digitalisering en veranderingsbereidheid van docenten. Stakeholders vragen om meer transparantie in de markt. De tekst concludeert dat het verschil tussen aanbesteden per titel en een ander product LiFo onduidelijk is, en dat er behoefte is aan meer informatie over de kosten van dienstverlening van distributeurs.
Dyslexie dyscalculie: een kwestie van aanpakken. Verkenning naar aanleiding van motie 17
Het rapport verwijst naar een motie in de Tweede Kamer die betrekking heeft op de invloed van lesmethoden op de diagnose van dyslexie en dyscalculie bij leerlingen. Het suggereert dat onduidelijkheden bestaan over de termen en definities, en of lesmethoden verantwoordelijk zijn voor deze diagnoses. De tekst richt zich op het onderzoeken van onderwijsfactoren die de ontwikkeling van ernstige lees-, spelling- en rekenproblemen en de daaruit voortvloeiende diagnoses beïnvloeden, vooral in het primair onderwijs. Het benadrukt dat het complex is om directe verbanden te bewijzen tussen lesmethoden en de ontwikkeling van leerlingen en pleit voor bredere verkenning van de onderwijsfactoren die van invloed zijn.
Keuze genoeg, maar digitale lessen kunnen klaslokaal niet vervangen
Het artikel beschrijft de uitdagingen van scholen en onderwijsaanbieders tijdens de coronapandemie, waarbij de digitale transformatie van het onderwijs in een stroomversnelling is gekomen. De snelle digitalisering in het onderwijs leidt tot explosieve groeicijfers bij leveranciers van onlinelesmaterialen. Schoolboekendistributeur TLN (beter bekend als VanDijk) heeft daardoor in een week tijd meer dan 100.000 licenties aan middelbare scholen verstrekt. Ook andere bedrijven groeien. Learnbeat, een platform dat digitaal lesmateriaal ontsluit, verwelkomde in een week 3000 nieuwe docenten van 400 verschillende scholen.
Het kan dus wel: Hoe corona een digitale revolutie ontketent
Dit artikel bespreekt hoe de coronacrisis heeft geleid tot een digitale revolutie in de zorg, het onderwijs en thuiswerken. Huisartsen gebruiken nu e-health en beeldbellen om patiënten te behandelen, wat de zorg op afstand verandert. In het onderwijs is er een snelle overgang naar online onderwijs, maar er is aandacht voor de kwaliteit van deze digitale leerervaring. Thuiswerken wordt nu algemener en sommige werknemers kunnen zich voorstellen om na de crisis vaker vanuit huis te werken. De overgang naar thuiswerken heeft echter uitdagingen, en er is behoefte aan een meer flexibele en gezonde benadering van werk.
Alleen een livestream van colleges is niet genoeg
Het Deltaplan
Met dit Deltaplan willen we, samen met anderen, een impuls geven aan de ontwikkeling en inrichting van een open leermiddelenplatform voor het funderend onderwijs, dat aansluit bij ervaringen en behoeften van leerlingen en teams van docenten. Daarbij bouwen we voort op bestaande leermiddelenbanken van Profielorganisaties, VO-content, Education Warehouse en andere landelijke onderwijsorganisaties. Met dit open leermiddelenplatform stellen we leraren en leerlingen in staat om informatie, projecten en leerstof te vinden, uit te wisselen en te bewerken. Daarbij werken we samen met andere niet-commerciële aanbieders van onderwijsmateriaal zoals Beeld en Geluid en met organisaties zoals SLO, CITO, Kennisnet en anderen die expertise hebben op het gebied van curriculumontwikkeling, toetsontwikkeling en digitalisering.
Waarom het NU tijd is voor publieke regie op leermiddelen
Dit rapport gaat over waarom het nu tijd is voor publieke regie op leermiddelen. Het bespreekt de veranderende markt, de invloed van het onderwijs en de instrumenten om invloed uit te oefenen.
The learning network begint nieuwe rechtszaak over lesmateriaal scholen
Een plattelandsschool in India heeft digitale technologie omarmd om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De school heeft tablets en smartphones geïntroduceerd om lesmateriaal en educatieve apps te gebruiken. Dit heeft geholpen om leerlingen meer geïnteresseerd en betrokken te maken bij het leren. Ouders zijn ook betrokken bij dit initiatief, waarbij ze hun kinderen aanmoedigen om technologie te gebruiken om hun educatieve doelen te bereiken. Deze benadering van digitaal leren heeft de kwaliteit van het onderwijs in afgelegen plattelandsgebieden aanzienlijk verbeterd en kan als model dienen voor andere scholen in vergelijkbare situaties.
Het onderwijs digitaliseert, maar einde fysieke boek is nog niet in zicht
Schoolboekengigant The Learning Network (TLN) moet zich aanpassen aan de digitalisering van het onderwijs. De opkomst van digitaal lesmateriaal heeft geleid tot nieuwe uitdagingen voor het bedrijf, dat vooral bekend staat om de distributie van fysieke schoolboeken. Hoewel de digitalisering de traditionele markt voor schoolboeken heeft veranderd, gelooft TLN dat het nog steeds waarde kan toevoegen door te onderhandelen met uitgevers, scholen te adviseren bij het samenstellen van lespakketten en het regelen van de levering. Ondanks uitdagingen zoals rechtszaken en concurrentie, zal het fysieke boek voorlopig nog niet verdwijnen uit het onderwijs, maar het boekenpakket kan in de toekomst kleiner worden.
Van methodeslaaf naar didactisch expert
Dit artikel bespreekt de overgang van rigide methodisch onderwijs naar flexibelere benaderingen die het pedagogisch en didactisch vakmanschap van leraren benadrukken. Problemen met het aansluiten op verschillende leerlingniveaus, gebrek aan betekenisvol onderwijs en verlies van lerarenautonomie worden geïdentificeerd. De oplossingen omvatten groepsdoorbrekend werken op niveau, thematische zaakvakken en het versterken van pedagogisch en didactisch vakmanschap. Belangrijk is de nadruk op lerarenvaardigheden en aandachtspunten zoals overzicht, werkdruk en collegiale afstemming.
Trends in leermiddelen: leermiddelenmonitor 7-12
In 2012 brengt het Kenniscentrum Leermiddelen (KCL) van SLO voor de vijfde keer de Leermiddelenmonitor uit, het jaarlijkse onderzoek naar (het gebruik van) leermiddelen in het Nederlandse primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Dit lustrum is aanleiding om terug te kijken op de resultaten over de periode 2007-2012. In deze publicatie worden de trends in het gebruik van leermiddelen op een rij gezet, die de afgelopen vijf jaar zijn waargenomen. Kennis van deze trends kan een bijdrage leveren aan het denken over en het beleid ten aanzien van de aanschaf en het gebruik van leermiddelen.
Samen ten dienste van de school
Het rapport behandelt educatieve dienstverlening in het onderwijs en de uitdagingen met betrekking tot de afstemming tussen vraag en aanbod. Het benoemt vier knelpunten in dit proces, zoals de versnippering van aanbieders en het gebrek aan inzicht in de kwaliteit van diensten en producten. De tekst beveelt co-creatie aan als de meest effectieve benadering om duurzame kwaliteit en innovatie in het onderwijs te bevorderen. Het benadrukt de rol van leraren in dit proces en pleit voor een evenwichtige inbreng van alle betrokkenen. Daarnaast worden verbindingen tussen verschillende betrokken partijen benadrukt, samen met toegang tot onderwijsonderzoek. De tekst stelt voor om terughoudend te zijn met tijdelijke subsidies en in plaats daarvan innovaties te ondersteunen met 'zaaigeld' dat later kan worden opgenomen in reguliere financiering na bewezen succes.
Duurzaam leren leven met de nieuwe groene Bosatlas
De tekst gaat over de introductie van de Bosatlas van de Duurzaamheid in het onderwijs, waarbij lerarenopleidingsstudenten betrokken worden bij het ontwikkelen van lesmateriaal. Studenten bedenken aanvullende opdrachten en activiteiten voor de Bosatlas, zoals excursies en vraagstukken. Deze speciale editie van de Bosatlas behandelt onderwerpen zoals klimaatdoelstellingen, circulaire economie en voedselverspilling. De studenten willen duurzaamheidseducatie praktischer en relevanter maken voor middelbare scholieren. Er wordt benadrukt dat wetenschappelijke consensus over klimaatverandering het onderwerp geschikt maakt voor het onderwijs, en de studenten moedigen kritisch denken en bewustwording aan bij hun leerlingen. De tekst belicht het enthousiasme van studenten om duurzaamheid in het onderwijs te integreren en laat zien dat scholieren geïnteresseerd zijn in het onderwerp.
Column: sommige methodes zijn op onzinnige uitganspunten gebaseerd
De column gaat over de groeiende trend in onderwijsmethoden om meer gebruik te maken van filmpjes en visueel materiaal ten koste van tekst in zaakvakken voor basisschoolleerlingen. De auteur, Marjolein Zwik, betoogt dat dit zorgwekkend is omdat begrijpend lezen en kennisopbouw gebaat zijn bij tekstuele informatie. Ze bekritiseert ook de ongefundeerde argumenten die worden gebruikt om deze keuze te rechtvaardigen, zoals het beweren dat leerlingen meer onthouden van filmpjes dan tekst, en het idee dat te veel tekst leerlingen zou demotiveren. De tekst pleit voor meer kritisch denken en onderzoek naar effectieve onderwijsmethoden en benadrukt dat de kwaliteit van het onderwijs in kernvakken zoals lezen, taal en rekenen in gevaar is door deze ontwikkeling. Het eindigt met de vraag wie de verantwoordelijkheid op zich neemt om de kennis over leerprocessen te integreren in onderwijsmethoden.
Van praktijkvraag naar onderzoeksvraag
Deze publicatie behandelt het proces van vraagarticulatie bij praktijkgericht onderzoek, waarbij professionals uit de onderwijspraktijk en onderzoekers samenwerken om praktijkvragen te begrijpen, te beslissen over de noodzaak van onderzoek en onderzoeksvragen te formuleren. Een goede vraagarticulatie is cruciaal voor effectief onderzoek en het verbeteren van onderwijspraktijken. Het artikel benadrukt de uitdagingen die zich voordoen bij vraagarticulatie en benadrukt de noodzaak van samenwerking tussen praktijkprofessionals en onderzoekers. Het doel is om evidence-informed handelen in de onderwijspraktijk te bevorderen. Het artikel biedt handvatten en inzichten voor dit proces, hoewel er weinig empirisch onderbouwde resultaten beschikbaar zijn. Het behandelt de verschillende stappen van vraagarticulatie en benadrukt gunstige factoren die de kwaliteit en doorwerking van het proces bevorderen. Ten slotte worden de belangrijkste resultaten samengevat in hoofdstuk 5, met implicaties voor samenwerking tussen praktijkprofessionals en onderzoekers.
Steeds meer scholen en platforms omarmen open leermiddelen
VO-content is een organisatie die open leermiddelen ontwikkelt voor scholen in het Voortgezet Onderwijs. Ze streven ernaar om gepersonaliseerd leren te bevorderen en docenten een coachende rol te geven. De organisatie is opgericht in 2011 en heeft sindsdien open leermateriaal ontwikkeld en verspreid, met Stercollecties voor 13 vakken op verschillende leerniveaus. Hoewel het open leermateriaal vrij toegankelijk is, vraagt VO-content scholen om bij te dragen aan de ontwikkeling ervan om de kosten te dekken. Ze bieden hun leermiddelen onder een Creative Commons-licentie aan, wat betekent dat anderen ze kunnen gebruiken, delen en aanpassen, zolang ze de voorwaarden van de licentie respecteren. VO-content werkt samen met digitale leerplatforms om het leermateriaal gemakkelijk toegankelijk te maken voor docenten en leerlingen. De organisatie moedigt scholen aan om deel te nemen en bij te dragen, omdat dit de ontwikkeling van open leermiddelen en onderwijsinnovatie ondersteunt. Wikiwijs, beheerd door Kennisnet, speelt een rol in het delen en arrangeren van open leermateriaal. Het uiteindelijke doel van VO-content is om meer scholen te bereiken en hen te voorzien van flexibel en op maat gemaakt leermateriaal, evenals ondersteuning bij onderwijsontwikkeling en professionalisering van docenten in het Voortgezet Onderwijs. Ze willen bijdragen aan de transitie naar eigentijds onderwijs.
Lerend onderwijs voor lerend Nederland
De tekst stelt dat een sterke kennisinfrastructuur in het Nederlandse onderwijs kan dienen als een voorbeeld voor andere landen. Dit vereist samenwerking tussen leraren, lerarenopleiders, onderwijsonderzoekers en experts uit verschillende kennisgebieden. Deze samenwerking bevordert goed onderbouwde onderwijsinnovaties via effectieve netwerken op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Het doel is om onderzoekende leraren op te leiden die hun onderwijs continu aanpassen op basis van eigen onderzoek en samenwerking met onderzoekers. Er zijn al initiatieven in Nederland, zoals opleidingsscholen en partnerschappen tussen scholen en kennisinstellingen, die bijdragen aan deze doelstelling. Een versterkte kennisinfrastructuur bevordert een innovatieve en lerende cultuur in het onderwijs en zorgt ervoor dat het onderwijs van hoge kwaliteit, aantrekkelijk en toekomstbestendig blijft.
De staat van het onderwijs 2019
Het Nederlandse onderwijs is gemiddeld nog op niveau. Maar de ontwikkelingen waar de Inspectie van het Onderwijs in de voorgaande jaren al aandacht voor vroeg - zoals teruglopende leerlingprestaties, ongelijke kansen en segregatie - dreigen zich mede onder druk van een ongelijk verdeeld lerarentekort te verdiepen. Om alle leerlingen en studenten een stevige basis mee te geven en te zorgen voor een betere aansluiting op de arbeidsmarkt, zal de onderwijssector nu focus moeten aanbrengen en heldere keuzes moeten maken over gezamenlijke doelen en ijkpunten. Daarnaast moet het onderwijs beter evalueren wat de effecten zijn van de vele experimenten. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs in De Staat van het Onderwijs 2019.
Digitaliseringsagenda primair en voortgezet onderwijs
Het Nederlandse onderwijs is gemiddeld nog op niveau. Maar de ontwikkelingen waar de Inspectie van het Onderwijs in de voorgaande jaren al aandacht voor vroeg - zoals teruglopende leerlingprestaties, ongelijke kansen en segregatie - dreigen zich mede onder druk van een ongelijk verdeeld lerarentekort te verdiepen. Om alle leerlingen en studenten een stevige basis mee te geven en te zorgen voor een betere aansluiting op de arbeidsmarkt, zal de onderwijssector nu focus moeten aanbrengen en heldere keuzes moeten maken over gezamenlijke doelen en ijkpunten. Daarnaast moet het onderwijs beter evalueren wat de effecten zijn van de vele experimenten. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs in De Staat van het Onderwijs 2019.
Connectiviteit: PO en VO review op het plan van aanpak t.b.v. de subsidieaanvraag SIVON en Sterke Netwerken
Het ministerie van OCW heeft ICTU gevraagd een review uit te voeren en advies te geven over het traject "Connectiviteit scholen" in het primair en voortgezet onderwijs. Dit betreft plannen voor subsidieaanvragen van Kennisnet en SIVON, een coöperatieve vereniging opgericht door schoolbesturen om gunstige ICT-voorzieningen voor scholen te realiseren. Het ministerie ondersteunt de plannen en benadrukt de behoefte aan aansluiting van scholen op externe connectiviteit, sectorbrede samenwerking voor ICT-inkoop, en nauwe samenwerking of integratie tussen SIVON en Kennisnet. Een externe beoordeling van de plannen en besturing is onderdeel van het subsidieproces voor de komende vijf jaar.
Wat is het effect van kolomsgewijs rekenen, als tussenstap, op de rekenprestaties van leerlingen?
Uit onderzoek blijkt dat het weinig verschil maakt of kolomsgewijs rekenen al dan niet als tussenstap wordt aangeboden aan leerlingen. Rekenmethoden hebben over het algemeen een verwaarloosbaar tot klein effect op rekenprestaties. Andere factoren, zoals leskenmerken, leerkrachtvaardigheden, en de percepties van leerlingen over rekenen, hebben meer invloed op rekenprestaties.
Schoolkosten monitor po, vo,mbo 2019
Dit is een verslag van de Schoolkostenmonitor 2018-2019, waarin de schoolkosten in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs worden onderzocht. De gegevens zijn verzameld via enquêtes onder ouders, studenten en scholen. In het primair onderwijs is er een toename van scholen met lage vrijwillige ouderbijdragen, maar het gemiddelde bedrag is niet significant gedaald en ligt rond de €40. Scholen vragen soms extra bijdragen voor excursies, leermiddelen en ondersteuning. In het voortgezet onderwijs zijn de totale schoolkosten sinds 2006-2007 voor vmbo gedaald, maar voor havo en vwo zijn ze stabiel tot licht gestegen. Ouders geven hogere kosten op dan scholen, vooral voor ICT-benodigdheden. In het middelbaar beroepsonderwijs zijn de totale kosten gestegen, vooral in ICT-kosten. Ouders en studenten geven hogere kosten op dan instellingen. Kortingen of vrijstellingen voor ouderbijdragen zijn zeldzaam, en scholen bieden zelden alternatieven voor dure excursies. Ouders en studenten voelen zich verplicht om de ouderbijdrage te betalen, ondanks het vrijwillige karakter. Ondanks meningsverschillen over de hoogte van de kosten, heeft dit over het algemeen geen invloed gehad op de schoolkeuze van ouders en studenten.
Blended leermiddelen- hoe vind je de optimale mix?
Voor het voortgezet onderwijs ontwikkelen we slimme en flexibele leeroplossingen. Het lesmateriaal is zowel online en als folio beschikbaar. Differentiatie in de klas staat voorop zodat je het beste uit jouw leerlingen kunt halen. Online lesmateriaal biedt bovendien de mogelijkheid om formatief te evalueren. Dit bevordert de leerprestatie, de motivatie en het eigenaarschap van leerlingen. Onderwijsprofessionals helpen ons mee om de grenzen van het leren te verleggen. Met elkaar experimenteren, leren én realiseren we. Samen zijn we de motor voor verandering en vooruitgang in het voortgezet onderwijs.
Sanoma trekt portemonnee voor leerlingvolgsystemen
Uitgeverij Sanoma neemt Iddink over voor €277 miljoen. Iddink, bekend van de verkoop van schoolboeken en eigenaar van leerlingvolgsystemen Magister en Eduarte, speelt een cruciale rol in het digitaliseren van het onderwijs. Sanoma wil met deze overname individueler onderwijs mogelijk maken door de inzet van digitale leermiddelen. Iddink heeft een dominante positie op de markt, vooral door Magister en Eduarte, waar ongeveer 70% van de scholen gebruik van maakt. De overname komt op een moment van onrust in de schoolboekenmarkt, waar digitalisering en veranderingen in distributieprocessen een rol spelen. De overname moet nog worden goedgekeurd door de ACM en de ondernemingsraad van Iddink.
leermiddelen monitor 13/14: beleid, gebruik, digitalisering en ontwikkeling van leermiddelen
Voor de zesde keer brengt SLO, nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling, de Leermiddelenmonitor uit. Het leermiddelenonderzoek is dit jaar voor het eerst uitgevoerd in samenwerking met Kennisnet. Tot nu toe publiceerden SLO en Kennisnet elk een eigen monitor, waarbij Kennisnet (Vier in Balans) zich met name richtte op de inzet van digitale leermiddelen en ICT. Redenen voor samenwerking zijn vooral het stimuleren van een eenduidige presentatie van de onderzoeksresultaten en het beperken van de bevragingslast onder leraren en leidinggevenden. Nu beide instellingen de handen ineen hebben geslagen, zullen ze om de beurt een jaarlijks rapport openbaar maken, waarbij er afspraken zijn gemaakt over een vaste basisset van zo’n twintig vragen en over gebruikte definities.Naast de Leermiddelenmonitor verschijnt een brochure met de voornaamste resultaten uit het onderzoek.
Middelbare scholen breken gesloten markt voor schoolboeken open
Middelbare scholen, waaronder de Stichting Carmelcollege, doorbreken de gesloten markt voor schoolboeken met het LIFO-concept, een Europees aanbestedingsinitiatief dat gepersonaliseerd leren bevordert en lesboeken transformeert tot verbruiksmateriaal. Deze aanpak, ontwikkeld in samenwerking met het Onderwijskantoor, wordt verwacht meer diversiteit aan aanbieders aan te trekken.
Distributeurs schoolboeken delven onderspit in strijd met uitgevers
Distributeurs zoals Iddink en TLN mogen niet ingrijpen in de rechtstreekse inkoop van digitaal lesmateriaal door scholen bij uitgevers, zo heeft de rechter in Den Haag besloten. Deze uitspraak volgt op een kort geding dat door distributeurs tegen scholenkoepel Carmelcollege was aangespannen. Carmel wilde het lesmateriaal op een nieuwe manier aanbesteden, los van de dominante distributeurs, wat door de distributeurs werd betwist. De rechter oordeelde dat de aanbesteding van Carmel de concurrentie bevordert en dat distributeurs hun meerwaarde moeten bewijzen aan scholen met innovaties en aanvullende diensten. Dit betekent een grote verandering op de schoolboekenmarkt, waar scholen nu digitaal lesmateriaal rechtstreeks kunnen inkopen bij uitgevers.
Verslag van onderzoek naar aanschaf tablet/iPad of laptop/computer op scholen voor basis- en voortgezet onderwijs
In de periode van 22 juni tot en met 17 juli 2018 is een vragenlijst uitgezet onder ouders van kinderen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. 270 ouders van kinderen in het basisonderwijs hebben de vragenlijst (geheel of gedeeltelijk) ingevuld. Dit aantal is 735 bij ouders van kinderen in het voortgezet onderwijs. De meeste vragen in de enquête zijn beantwoord door 41 ouders van kinderen in het basisonderwijs en 608 ouders van kinderen in het voortgezet onderwijs. Dit betreft vragen aan ouders die van de school van hun kind een iPad of computer moesten aanschaffen. Gezien het lage aantal respondenten bij ouders van kinderen in het basisonderwijs, zijn voor deze groep de antwoorden op deze vragen niet geanalyseerd. Bij de gepresenteerde analyses is nagegaan of er wezenlijke verschillen in beantwoording op vragen zijn tussen ouders van kinderen in klassen 1, 2, 3 en 4 en ouders van kinderen in klassen 5, 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. Tevens is onderzocht of er significante verschillen zijn tussen ouders van kinderen in klassen 1, 2 en 3 en ouders van kinderen in klassen 4, 5 en 6 van het voortgezet onderwijs. Verder is voor het voortgezet onderwijs nagegaan of er substantiële verschillen in antwoorden zijn tussen ouders van kinderen van het vmbo of praktijkonderwijs en ouders van havo/vwo kinderen. De significantie van verschillen is getoetst op 5%-niveau.
Inzicht in en verantwoording van onderwijsgelden
De Onderwijsraad heeft advies gegeven aan de Tweede Kamer over hoe de overheid het onderwijs financiert en hoe onderwijsinstellingen hun publieke middelen kunnen verantwoorden. Het advies omvat aanbevelingen op vier gebieden: verbeterd inzicht in financiën van onderwijsinstellingen, het behoud van lumpsum-bekostiging en terughoudendheid met doelfinanciering, de evaluatie van bekostiging in relatie tot kwaliteit, en de bevordering van doelmatigheid en verantwoording met benchmarks en normen. Daarnaast wordt verantwoording en toezicht benadrukt om tekortkomingen in lumpsum-bekostiging aan te pakken, met aandacht voor zowel horizontale als verticale verantwoording en toezicht. Er wordt voorgesteld een nationaal kennisinstituut op te richten om relevante informatie te verzamelen. Tot slot wordt aanbevolen om inspectie en controle-instanties te evalueren en te versterken in hun rol voor extern toezicht.
Eindrapport Loopbaanpaden in het primair onderwijs
In alle sectoren hebben werknemers ambities en willen ze doorgroeien naar andere functies of banen. Dit is voor de onderwijssector niet anders: mensen willen zich verder ontwikkelen, carrière maken en komen er soms achter dat ze daarvoor de sector moeten verlaten. Zelfs met uitstekende loopbaanpaden en mogelijkheden inclusief passende facilitering is dit niet tegen te gaan en dat hoeft ook niet. Essentieel is juist om aan de slag te gaan en mensen die vanwege onvoldoende loopbaanmogelijkheden de sector dreigen te verlaten of niet toetreden tot de sector betere perspectieven te bieden. Daarbij moet bedacht worden dat mensen die de sector verlaten niet voor altijd verloren zijn. Wanneer werken in het onderwijs aantrekkelijk genoeg is, bestaat de kans dat ze terugkeren. Dit onderzoek heeft veel inzichten opgeleverd waar het gaat om de huidige loopbaanmogelijkheden van leerkrachten en over de wensen, ideeën en oplossingsrichtingen om het carrièreperspectief van leerkrachten te verbeteren. Maar het heeft ook laten zien hoeveel passie leerkrachten hebben voor hun baan. Hoe zij zich volledig inzetten voor hun lesgevende taak, maar vaak genoeg ook, en regelmatig zonder extra facilitering, voor andere rollen en taken binnen de school. Om leraren te binden én te blijven boeien moet deze motivatie behouden blijven, door waardering, autonomie, afwisseling en ruimte voor ontwikkeling. De opbrengsten van een effectief loopbaanbeleid en loopbaanmogelijkheden zijn evident. En zowel leerkrachten, schoolorganisaties als de sociale partners en OCW zijn aan zet om er een succes van te maken.
Keuzeproces leermiddelen kan effectiever
Scholen hebben moeite met het beheren van leermiddelen en het vertalen van hun onderwijsvisie naar beleid. Dit belemmert hun streven naar maatwerk in het klaslokaal. Uit de 'Verkenning proces leermiddelenkeuze' blijkt dat scholen behoefte hebben aan transparantie in het leermiddelaanbod, tools ter ondersteuning van het keuzeproces en verbeterde expertise in leermiddelenkeuze. De VO-raad gaat de aanbevelingen uit het rapport implementeren, samenwerken met Kennisnet en betrekken bij de ICT-inkoopcoöperatie SIVON. De verkenning werd geïnitieerd vanwege problemen met innovatie en het niet-aansluiten van leermiddelen op de onderwijsbehoeften.
De leermiddelenketen in het onderwijs
De leermiddelenketen in het onderwijs is een netwerk van samenwerkende organisaties die informatie uitwisselen om het onderwijs te verbeteren. In het digitale tijdperk omvat dit onder andere leveranciers van (digitale) leermiddelen, leerlingvolgsystemen, administratiesystemen en publieke partijen die het onderwijs vertegenwoordigen. De keten draagt bij aan het realiseren van een gepersonaliseerd leerproces. Scholen spelen een cruciale rol in deze keten, waarbij zij het onderwijsleerproces vormgeven, uitvoeren en de leerresultaten analyseren. De optimalisatie van de leermiddelenketen stelt scholen in staat om efficiënter gebruik te maken van digitale leermiddelen, de voortgang van leerlingen te volgen en het onderwijs beter af te stemmen op individuele behoeften. Het gezamenlijke streven is naar optimaal onderwijs voor iedere leerling, waarbij duidelijke rollen, samenwerking en heldere afspraken essentieel zijn voor het soepel functioneren van de keten.
Waar moet je rekening mee houden bij het kiezen van digitale leermiddelen?
Bij het kiezen van digitale leermiddelen is het belangrijk om rekening te houden met verschillende aspecten. Het keuzeproces kan worden verdeeld in vier fasen: voorbereiding, oriëntatie, keuze en invoering. Belangrijke overwegingen zijn het vaststellen van randvoorwaarden, zoals budget en onderwijsvisie, het begrijpen van de didactische keuzes van de ontwikkelaar, aandacht voor informatiebeveiliging en privacy, en het definiëren van de toegevoegde waarde ten opzichte van bestaande digitale leermiddelen. Ook is er behoefte aan meer aandacht voor de keuzecriteria, zoals gebruikerservaring en didactische kwaliteit, via gebruikerstests en checklistbeoordelingen op basis van multimediaprincipes en instructieprincipes. Deze overwegingen zijn relevant voor zowel basis- als hoger onderwijsinstellingen.
Stukje bij Bitje, Onderzoeksrapport: De inzet van digitale leermiddelen in het voortgezet onderwijs
Dit document beschrijft de invloed van digitalisering op het onderwijs en de tevredenheid van scholieren met digitale leermiddelen. Het blijkt dat scholieren diverse apparaten en apps gebruiken, vooral tijdens rekenlessen. Er is minder gebruik van digitale leermiddelen tijdens toetsen en examens. Over het algemeen zijn scholieren matig tevreden over digitale leermiddelen, met de minst positieve beoordeling voor apparaten. Scholiereigenaarschap van apparaten hangt samen met hogere tevredenheid. Er is ruimte voor verbetering in de digitalisering van het onderwijs, met de nadruk op een vraaggestuurde markt en keuzevrijheid voor scholieren.
Hoe de digitale halsband van Magister de privacy van schoolkinderen nekt
Dit artikel bespreekt hoe digitale leerlingvolgsystemen zoals Magister ouders en scholen in staat stellen om het gedrag van studenten op school nauwlettend te volgen. Deze systemen, die gevoelige persoonsgegevens bevatten, roepen vragen op over privacy. Magister, met een groot marktaandeel, valt onder het bedrijf Iddink Groep, wat ook actief is in de leermiddelenmarkt. Het gebruik van deze gegevens voor marketingdoeleinden buiten het privacyconvenant wordt besproken. De datastromen van Magister lopen via een Amerikaans bedrijf, wat betekent dat ze onderhevig zijn aan Amerikaanse wetgeving en mogelijk vatbaar zijn voor inzage door Amerikaanse inlichtingendiensten. Hoewel privacywetgeving de persoonlijke levenssfeer van leerlingen zou moeten beschermen, ontbreekt het aan handhaving. Dit plaatst leerlingen tussen een voortdurend toezicht van ouders en scholen, commerciële belangen die gegevens willen gebruiken, en een gebrek aan helderheid over wie toegang heeft tot hun informatie.
Zelfevaluatie nationaal Regieorgaan onderwijsonderzoek (NRO)
Dit document beschrijft de achtergrond van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) en de zelfevaluatie die is uitgevoerd in 2018 als onderdeel van de tweede evaluatie van het NRO. De evaluatie is gebaseerd op bepaalde termen van referentie en behandelt onderwerpen zoals de missie, doelstellingen, conclusies en aanbevelingen, regiefunctie, programmering en financiering van onderzoek, kennisbenutting, communicatie, organisatie, en de toekomst van het NRO. De zelfevaluatie identificeert actie- en verbeterpunten voor de toekomst.
Paul Rosenmoller: 'VO content is de Robin Hood van de leermiddelenmarkt'
Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad, blijft zich de komende vier jaar inzetten voor gepersonaliseerd leren in het voortgezet onderwijs. Hij benadrukt dat de onderwijssector meer urgentie nodig heeft om de transitie te versnellen en dat scholen te veel worden afgerekend op traditioneel rendement. Rosenmöller ziet VO-content als een belangrijke speler die de leermiddelenmarkt vernieuwt en open digitaal leermateriaal ontwikkelt. Hij gelooft in de toekomst van open leermateriaal en benadrukt dat technologie essentieel is voor maatwerkonderwijs en het motiveren van leerlingen.
Van acties naar interacties
Het document bespreekt de uitdagingen van duurzame onderwijsvernieuwing in scholen en benadrukt het belang van professionele netwerken. Het onderzoek richt zich op de rol van sociale actoren en structurele factoren in dit proces. Belangrijke bevindingen omvatten de voortdurende aandacht voor vernieuwing, het overbruggen van problemen via relationele condities, de vereiste kenmerken voor duurzame netwerken, en het belang van leiderschap. De studie biedt richtlijnen voor schoolleiders en leraren en suggereert toekomstig onderzoek op gebieden zoals leiderschap en externe partnerschappen.
Professioneel statuut handreiking voor leraren en docenten
Dit rapport beschrijft het professioneel statuut van de Maritieme Academie Harlingen, waarin de professionele ruimte en verantwoordelijkheden van medewerkers, met name leraren, worden vastgelegd. Het statuut benadrukt het belang van autonomie en samenwerking tussen docenten en schoolleiding. Het bevat bepalingen over de professionele ruimte van leraren, professionalisering, professionele standaarden, betrokkenheid bij besluitvorming, rollen en verantwoordelijkheden, en randvoorwaarden voor succes. Het document is dynamisch en kan worden aangepast in overleg tussen de schoolleiding en medewerkers. Het bevordert de betrokkenheid van medewerkers bij het onderwijskundig beleid en streeft naar kwalitatief hoogwaardig onderwijs.
Onderzoek toekomst Kenniscentrum Leermiddelen
De belangrijkste knelpunten bij het keuzeproces voor leermiddelen in het onderwijs zijn: gebrek aan deskundigheid en kennisdeling over leermiddelen bij leraren en schoolleiding, weinig flexibiliteit in contracten met distributeurs en uitgevers waardoor scholen niet goed kunnen inspelen op de behoeften, gebrek aan overzicht en eenduidige, objectieve informatie over het leermiddelenaanbod en de onduidelijkheid over wat effectieve leermiddelen zijn en voor welke leerlingen.
Effectief leren in de handboeken van lerarenopleidingen
Dit rapport gaat over het belang van effectief leren in lerarenopleidingen. Het benadrukt dat leraren in opleiding moeten worden voorzien van kennis over bewezen effectieve leerstrategieën, zoals gespreid leren en jezelf testen. Het onderzoekt hoe handboeken in lerarenopleidingen deze strategieën behandelen en concludeert dat de meeste handboeken onvoldoende informatie over deze strategieën bieden. Het betoogt dat toekomstige leraren deze strategieën moeten begrijpen en integreren in hun lespraktijk, en dat er een gebrek is aan goede leerboeken op dit gebied. Ten slotte benadrukt het de noodzaak van nauwkeurige en wetenschappelijk onderbouwde informatie in lerarenopleidingen en roept op tot meer inspanningen van auteurs, lerarenopleiders en onderzoekers om de kwaliteit van onderwijsmaterialen te verbeteren. Ook worden enkele effectieve leerstrategieën zoals gespreid leren en jezelf testen besproken, terwijl de tekst ook kritisch kijkt naar misleidende leerstijltheorieën.
Scenario's vrijwillige ouderbijdrage po en vo
In Nederland kunnen scholen ouders vrijwillig vragen om een bijdrage voor extra voorzieningen en activiteiten, aanvullend lesmateriaal en festiviteiten. Dit mag de toelating van kinderen tot de school niet beïnvloeden. De hoogte en bestemming van deze ouderbijdrage moeten worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. De Tweede Kamer heeft op 7 februari 2017 een motie aangenomen waarin wordt gevraagd om een limiet voor de ouderbijdrage en tijdige informatie aan ouders over het totaalbedrag. Het ministerie van OCW heeft Regioplan gevraagd om de voor- en nadelen van alternatieve scenario's te onderzoeken en de mate van draagvlak daarvoor. De alternatieven zijn: maximale ouderbijdrage, inkomensafhankelijke ouderbijdrage, ouderlijke vrijheid bij het bepalen van de bijdrage, of afschaffing van de ouderbijdrage. Stakeholders zijn het eens dat geld nooit een rol mag spelen bij de toegang tot scholen en dat leerlingen niet mogen worden uitgesloten van activiteiten vanwege de ouderbijdrage. De keuze voor een alternatief hangt af van welke aspecten het belangrijkst worden geacht. Veel stakeholders lijken de voorkeur te geven aan de huidige regeling, met de voorwaarde dat vrijwilligheid wordt gerespecteerd, duidelijke landelijke afspraken worden gemaakt en scholen transparant zijn. Er wordt voorgesteld om als onderwijssector afspraken te maken over deelname aan activiteiten door leerlingen wiens ouders de bijdrage niet hebben betaald. Hoewel sommige stakeholders denken dat het maximeren van de ouderbijdrage helderheid kan bieden, is er geen meerderheid die dit als dé oplossing ziet voor de problemen rond de vrijwillige ouderbijdrage.
Rapport toets Sivon Dienst externe connectiviteit voor scholen PO en VO
Dit rapport onderzoekt de effectiviteit en haalbaarheid van de 'Externe Connectiviteit' dienst van de inkoopcoöperatie 'Samen Inkopen Voor Onderwijs Nederland' (SIVON), opgericht door Nederlandse schoolbesturen. Het rapport concludeert dat goede internetconnectiviteit gewenst is voor onderwijs, en de governance en steun voor SIVON zijn solide. De technische aspecten lijken haalbaar, maar de initiële kosten zijn hoog, waardoor subsidie van het ministerie van Onderwijs wordt aanbevolen. Er worden aanbevelingen gedaan, zoals het opstellen van een dienstenmenu, beheerorganisatie, prijssegmentatie, en aandacht voor scholen in buitengebieden. Het rapport benadrukt dat externe connectiviteit alleen niet alle problemen oplost, en extra stimulansen en middelen nodig zijn voor scholen in buitengebieden en met beperkte ICT-inzet.
Sectorale vraagsturing leermiddelen PO/VO programma van Eisen Leermiddelenketen
Dit document beschrijft een geactualiseerd Programma van Eisen voor leermiddelen in het onderwijs. Het werd oorspronkelijk gepubliceerd in 2014 en is nu herzien. Het richt zich op het stellen van eisen aan leermaterialen, de processen in de leermiddelenketen en de ict-voorzieningen die deze ondersteunen. De herziening heeft tot doel het document toegankelijker te maken voor scholen en meer flexibiliteit te bieden bij het combineren van leermaterialen. Het benadrukt de rol van ict in het onderwijs en richt zich op transparantie, keuzevrijheid, flexibiliteit en privacy in de leermiddelenmarkt. Het document is bedoeld voor zowel leveranciers als onderwijsbestuurders en scholen om de ontwikkeling van producten en diensten in lijn te brengen met de behoeften en ambities van het onderwijs.
"Sprinkhaankapitalist" verovert de schoolboekenmarkt
Het artikel beschrijft problemen met de levering van schoolboeken door distributeur Van Dijk, die vrijwel een monopolie heeft. Het bedrijf, voorheen Nederlands, is nu in handen van een buitenlandse investeerder. Dit monopolie ontstond deels door een wet die schoolboeken gratis maakte en scholen verplichtte efficiënt in te kopen. Het resulteerde in beperkte concurrentie en maakte toetreding voor anderen vrijwel onmogelijk. Van Dijk breidt zijn diensten uit, geleid door een investeringsfonds, en profiteert van een stabiele inkomstenstroom. De situatie roept vragen op over kwaliteit, kostenstijgingen en de rol van de belastingbetaler.
Rekenen op de basisschool
Het rapport bespreekt een nieuwe ronde van onderwijspeilingen die tot doel heeft inzicht te krijgen in de relatie tussen beïnvloedbare factoren in het onderwijsleerproces en rekenwiskundeprestaties van basisschoolleerlingen. De belangrijkste doelen zijn het samenvatten van wetenschappelijke bevindingen over deze relatie en het formuleren van hypothesen voor toekomstig onderzoek en het identificeren van onontdekte aspecten in dit domein. De factoren die worden onderzocht zijn onderverdeeld in verschillende niveaus, zoals de les, de leerkracht, de klas, de school en de leerling. Niet-beïnvloedbare factoren zoals geslacht van de leerling en diversiteit van de klas worden buiten beschouwing gelaten.
Ondertussen in Den Haag- verstrekking reisgegevens & digitale leermiddelen
De tekst bespreekt twee onderwerpen: 1. Er wordt antwoord gegeven op Kamervragen over het doorgeven van reisgegevens van studenten door Translink aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Staatssecretaris Dijksma geeft aan dat er juridische kwesties zijn met betrekking tot de gegevensverstrekking. 2. Er zijn nieuwe vragen gesteld over problemen met digitale leermiddelen op scholen, met betrekking tot de rol van distributeur Van Dijk en mogelijke verbanden met privacywetgeving en marktverhoudingen. Antwoorden op de nieuwe vragen zullen binnenkort beschikbaar zijn.
Is het lesmateriaal over de slavernij te oppervlakkig?
Iedereen heeft steken laten vallen met de schoolboeken
Krachtige Koppels, Hoe de overheid zich kan verhouden tot autonome netwerken van scholen
Het rapport gaat over autonome netwerken van scholen en hun rol in het onderwijssysteem, evenals de uitdagingen en dilemma's die de overheid tegenkomt bij het werken met deze netwerken. Het benadrukt dat autonome netwerken vaak niet effectief te sturen zijn vanuit een hiërarchische positie en dat ze hun potentieel kunnen vervullen als ze hun eigen kracht ontwikkelen. De overheid kan indirect bijdragen aan de capaciteitsopbouw van deze netwerken door hen te faciliteren. De tekst benadrukt ook dat de overheid zich zorgvuldig moet inzetten bij het ondersteunen van deze netwerken, en dat er geen uniforme aanpak is vanwege de diversiteit van netwerken. De tekst bespreekt ook de rol van vertrouwen, governance, gezamenlijke doelen en leiderschap in deze context. Kortom, het gaat over de uitdagingen en mogelijkheden van autonome netwerken in het onderwijs en hoe de overheid hiermee kan omgaan.
De invloed van flexibiliteit bij niveaudifferentiatie op de motivatie, competentiebeleving welbevinden en de mindset van leerlingen in groep 6,7 en 8
Binnen het onderwijs wordt niveaudifferentiatie door leerkrachten gebruikt om zo veel mogelijk aan te sluiten bij de leerbehoeften van iedere leerling. Het intern of extern differentiëren kan tot convergente of divergente uitkomsten leiden, waardoor verschillen tussen groepen afnemen of toenemen. Daarbij heeft het intern of extern differentiëren andere effecten voor hoog presterende leerlingen dan voor laag presterende leerlingen. Waar nog weinig onderzoek naar is gedaan, is hoe het leerkrachthandelen bij die differentiatie invloed heeft op de leerling. In het huidige onderzoek is voor het leerkrachthandelen gekeken naar de mate van het flexibel omgaan met de niveaus. Met behulp van dit onderzoek is de mate van flexibiliteit bij niveaudifferentiatie in kaart gebracht en gekeken welke invloed flexibiliteit heeft op de motivatie, mindset, competentiebeleving en het welbevinden van de leerling. Met vragenlijsten zijn data verzameld bij acht leerkrachten van de groepen 6, 7 en 8 en 194 leerlingen. Uit de data blijkt dat leerkrachten zowel rigide als flexibel gedrag rapporteren bij niveaudifferentiatie. Daarbij zijn er verschillen tussen de zelfrapportages van de leerkrachten en de percepties van de leerling. Verder bleek dat flexibel differentiëren een positieve invloed heeft op de mindset van de leerling en belangrijk is voor alle uitkomstmaten van laag presterende leerlingen in het bijzonder. Deze resultaten laten zien dat flexibiliteit bij laag presterende leerlingen bijdragen aan convergente uitkomsten, waardoor de verschillen binnen een klas kleiner worden. Met behulp van deze uitkomsten kan er bewustzijn gecreëerd worden bij leerkrachten over het belang van flexibiliteit bij niveaudifferentiatie in het bijzonder voor laag presterende leerlingen.
Er valt nog veel te leren over digitalisering in het onderwijs
Het artikel bespreekt de noodzaak van doordachte digitalisering in het onderwijs volgens een rapport van de Onderwijsraad. Het benadrukt de huidige tekortkomingen, het gebrek aan een heldere visie en de aanbevelingen voor beter gebruik van digitale middelen. Hoogleraar Paul Kirschner deelt zijn perspectief en benadrukt de complexiteit van effectieve digitalisering, wijzend op de noodzaak van docentenopleiding en concrete actiepunten om dit te realiseren. Daarnaast bekritiseert hij de beperkte financiële ondersteuning voor digitale infrastructuur op scholen en pleit hij voor een meer doortastende aanpak van digitale ontwikkelingen in het onderwijs.
Adaptieve software zet onderwijs op zijn kop
Dit artikel bespreekt de impact van adaptieve oefensoftware op het onderwijs. Het benadrukt de voordelen, zoals het afstemmen van leerstof op het niveau van kinderen, verschillende oefenvormen en het mogelijk maken van leren in eigen tempo. De auteur benoemt de cruciale rol van 1:1 inzet van persoonlijke apparaten voor effectiviteit. Daarnaast wordt gewezen op de voordelen van adaptieve software, zoals niveaus van beheersing en subtiele aanpassingen aan de moeilijkheidsgraad. Het artikel pleit voor het benutten van de mogelijkheden van digitale tools in het onderwijs, met specifieke aandacht voor de behoeften van zowel cognitief sterke als zwakkere leerlingen. Tot slot wordt gekeken naar adaptiviteit, individuele leerstijlen en pacing als aspecten van digitaal leren, waarbij personalisatie wordt beschouwd als ultiem differentiëren. De auteur benadrukt dat een snelle transitie naar een nieuw onderwijsmodel de kans op succes vergroot, met focus op radicale keuzes en het gunnen van echte autonomie aan leerlingen.
Marktwerking leermiddelen voortgezet onderwijs
Sinds de invoering van de Wet Gratis Schoolboeken in 2008 vindt de inkoop van leermiddelen door scholen plaats door middel van aanbestedingsprocedures. Recent is door een aantal scholen gekozen voor een nieuwe aanbestedingsvorm die afwijkt van de gangbare aanbesteding van raamcontracten. In deze nieuwe aanbestedingsvorm zijn de te leveren leermiddelen onderverdeeld in percelen waarbij het bij ieder afzonderlijk perceel gaat om de levering van één gespecificeerde titel. Bij de aanbesteding van raamcontracten daarentegen bestaat een perceel uit meerdere leermiddelen van verschillende uitgevers, of worden leermiddelen helemaal niet van tevoren vastgelegd. SEO Economisch Onderzoek heeft in opdracht van VanDijk onderzoek gedaan naar de werking van de markt voor leermiddelen bij deze twee verschillende vormen van aanbesteden in de wholesale markt van leermiddelen. Het doel is om inzicht te krijgen in de effectiviteit van concurrentie en in de marktuitkomsten bij de twee aanbestedingsvormen. SEO heeft in dit onderzoek naar de markt voor levering van leermiddelen een gestructureerde, modelmatige economische analyse toegepast. Hiertoe is gebruikgemaakt van een in de economische wetenschap geaccepteerd en gangbaar model voor markten met onvolledige concurrentie.
Onderzoek toekomst Kenniscentrum Leermiddelen
Het Kenniscentrum Leermiddelen (KCL) van SLO verzamelt en beschrijft informatie over leermiddelen om scholen te ondersteunen bij hun keuzes. KCL-SLO verstrekt ook beleidsinformatie aan OCW en andere instellingen, zoals de Inspectie van het Onderwijs. Het centrum biedt gegevens over zowel traditionele als digitale leermiddelen, en volgt trends in de snel veranderende markt. Belangrijke vragen zijn of KCL-SLO een volledig overzicht biedt van deze trends en of het verstrekken van kwaliteitsinformatie een publieke taak blijft. De toekomst van KCL-SLO en de ondersteuning die zij biedt aan scholen en overheid staat ter discussie.
Financiering Beelden voor de Toekomst uit FES gelden
Aankondiging van financiering Beelden voor de Toekomst. Het voorziet in een grootscheepse conserverings- en digitaliseringoperatie. Al deze films, programma’s en foto’s worden vervolgens toegankelijk gemaakt voor educatieve en creatieve toepassingen. Ook wordt een infrastructuur voor digitale distributie ontwikkeld. Een basiscollectie komt rechtenvrij of onder Creative Commons-licentie beschikbaar. Educatief gebruik krijgt hierbij voorrang. Het digitaal beschikbaar komen van dit erfgoed leidt tot innovatieve toepassingen op het gebied van nieuwe media en de ontwikkeling van hoogwaardige diensten voor het publiek.
Een andere perspectief op professionele ruimte in het onderwijs
Het document bespreekt het belang van professionele ruimte voor leraren en hoe deze ruimte kan worden gecreëerd, benut en verantwoord. Het benadrukt dat leraren meer zeggenschap en handelingsvermogen moeten hebben in hun werk, en dat dit niet alleen afhangt van hun competenties, maar ook van de structuur en cultuur binnen de organisatie. De tekst adviseert om samenwerking in teams te bevorderen, teamontwikkeling te stimuleren en de rol van de lerarenopleiding te versterken. Daarnaast wordt voorgesteld om "professional governance" als uitgangspunt te nemen voor het creëren van ondersteunende structuren en een cultuur gebaseerd op vertrouwen en respect. Overheidsbemoeienis dient zich te beperken tot faciliteren en stimuleren van teamleiderschap en teamontwikkeling binnen scholen. Kortom, de tekst pleit voor het versterken van de professionele ruimte van leraren door middel van een integrale benadering en meer aandacht voor structuur en cultuur.
Dat het op school anders toegaat dan thuis: wen er maar aan
Het artikel bespreekt het belang van onderwijs in Nederland, waarbij de auteur aangeeft dat leraren moeten leren omgaan met de verschillen tussen de culturele achtergronden van hun leerlingen. De tekst benadrukt de noodzaak om kinderen kennis bij te brengen over de grondwet, mensenrechten en het recht op verdediging, en hen de vaardigheden te geven om kritisch te denken en te observeren. Het belang van het behouden van een neutrale, kennisgerichte benadering in het onderwijs wordt benadrukt.
4 tips om je online leermaterialen te organiseren
De tekst bespreekt verschillende manieren om online leermiddelen en bronnen op te slaan en te organiseren. Het suggereert het gebruik van tools zoals Pocket, Symbaloo, Start.me en Pinterest voor het efficiënt beheren en delen van webpagina's, links en afbeeldingen voor educatieve doeleinden.
School is geen merocratie
De tekst bespreekt hoe het Nederlandse onderwijs niet functioneert als een meritocratisch systeem waar individueel talent en inzet de doorslag geven. In plaats daarvan bepalen vooral de sociale omstandigheden van ouders de kansen van kinderen. Het onderwijs reproduceert bestaande ongelijkheden en kinderen van welgestelde ouders krijgen vaak hogere schooladviezen dan hun prestaties rechtvaardigen, vanwege de inspanningen en middelen die hun ouders investeren. Het pleit voor een systeem dat selectie later maakt om achterstanden in te halen, vergelijkbaar met modellen in landen als Zweden, Finland en Denemarken.
Wat moeten nieuwe leraren weten?
Het besproken rapport, "What Every New Teacher Needs to Know," onderzoekt leerboeken in Amerikaanse docentopleidingen. Het doel was om te kijken of deze boeken evidence-based strategieën bevatten voor nieuwe leraren. Helaas vonden de onderzoekers weinig verwijzingen naar dergelijke strategieën in de boeken. De tekst identificeert zeven bewezen aanpakken voor effectief leren, maar merkt op dat deze nauwelijks in de leerboeken of opleidingen voorkwamen. Dit wordt gezien als een ernstig probleem dat de kwaliteit van het onderwijs en de toekomstige leraren schaadt. De tekst stelt ook de vraag of de situatie in Nederland vergelijkbaar is en suggereert de mogelijkheid van een vergelijkbaar onderzoek.
Kwaliteit betrouwbaarheid of innovatie
Dit onderzoek in opdracht van het Doorbraakproject Onderwijs en ICT richtte zich op de leermiddelenmarkt voor het primair onderwijs. De markt lijkt goed te functioneren, met leermiddelen die overeenkomen met de behoeften van scholen en gebaseerd zijn op kwaliteit en betrouwbaarheid. Echter, er zijn zorgen over de onduidelijke processen rond schooladvies door leveranciers en de trage innovatie van leermiddelen, deels vanwege terughoudendheid van scholen en producenten. De wensen van scholen, leraren, ouders en leerlingen voor digitale diensten roepen vragen op over toegankelijkheid, concurrentie, regievoering en overheidsrol in het bevorderen van marktwerking en innovatie.
Schoolkostenmonitor 2015-2016
Het rapport beschrijft de Schoolkostenmonitor, die om de 3 jaar de kosten van het voortgezet en middelbaar onderwijs in Nederland evalueert. De resultaten van de Schoolkostenmonitor 2015-2016 laten zien dat de totale schoolkosten in het voortgezet onderwijs zijn gedaald sinds 2006-2007, met name vanwege lagere ouderbijdragen en kosten voor schoolactiviteiten. De kosten voor ICT zijn echter gestegen. In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zijn de kosten redelijk stabiel, waarbij werkgevers vaak meebetalen. Specifieke kosten variëren, met bijvoorbeeld lagere kosten voor studieboeken, maar hogere kosten voor gereedschappen en materialen in sommige gevallen.
Gratis maakt nog niet goed (koop)
De Wet Gratis Schoolboeken (WGS) is in 2008 ingevoerd met een tweeledig doel: de kosten voor ouders verlagen en de marktwerking te verbeteren. In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft SEO Economisch Onderzoek in samenwerking met Oberon onderzoek gedaan naar de effecten van de wet. De totale kosten van leermiddelen blijven beperkt door budgetrestrictie vanuit scholen. Dit wordt gerealiseerd door minder aanvullend materiaal aan te schaffen en de investering in innovatie te beperken. Op basis van het onderzoek zijn verschillende aanbevelingen gedaan voor verbetering van de situatie. Het betreft onder andere het verbeteren van de transparantie in de markt, het opnieuw bekijken van de afbakening van de WGS en het onderzoeken van manieren om de werking van de Aanbestedingswet te verbeteren. Voor de toekomst is vooral van belang dat alle marktpartijen zich oriënteren op (de dreiging van beperkte concurrentie in) een verder geconsolideerde markt van one-stop-shops: leveranciers die scholen een alles-in-n oplossing bieden, maar daardoor concurrentie uitsluiten en innovatie wellicht bemoeilijken. Op de website van de Rijksoverheid is het rapport te vinden als bijlage bij de Kamerbrief over ‘het evaluatierapport over de Wet Gratis Schoolboeken’.
Eigenaar kan uitgeverij Noordhoff aan de straatstenen niet kwijt
Bronnen of leermiddelen?
De blog bespreekt de overgang van traditioneel werken met leermiddelen naar een meer op bronnen gebaseerd onderwijsmodel. De auteur benadrukt dat het gebruik van authentiek materiaal, zoals openbare bronnen, essentieel is om studenten voor te bereiden op de toekomst. Hierbij wordt de nadruk gelegd op studenten die zelfstandig informatie kunnen selecteren en verwerken, in tegenstelling tot het werken met vooraf geselecteerde leermiddelen. De tekst vergelijkt de verschillen tussen werken met leermiddelen en werken met bronnen op verschillende aspecten, zoals autonomie van studenten, motivatiemodellen en toegankelijkheid van materialen. Het benadrukt ook het belang van open source bronnen en het leren om informatie te selecteren uit een breed scala aan beschikbare bronnen. Dit nieuwe onderwijsmodel plaatst de focus op wat studenten moeten kunnen in plaats van wat ze moeten doen.
Kenniscentrum Leermiddelen
Sinds 1979 verzorgt SLO informatie over leermiddelen, nu via KCL-SLO. Dit centrum helpt scholen bij het kiezen van geschikte (digitale) lesmaterialen door inventarisaties, inhoudelijke beschrijvingen, analyses en trendonderzoek. Hun producten, zoals Wikiwijsleermiddelenplein en de Leermiddelenmonitor, bieden vergelijkingen om weloverwogen keuzes te maken. Hoewel gewaardeerd, zijn deze diensten niet bij iedereen bekend. Uit een onderzoek blijkt de behoefte aan onafhankelijke informatie groot, maar er zijn geen alternatieve financieringsbronnen gevonden. Alleen de catalogus functie kan mogelijk door educatieve uitgevers worden overgenomen. De rol van KCL-SLO blijft daarom essentieel in het onderwijsveld.
Lesmateriaal van wie is het?
Deze blog bespreekt het eigenaarschap van lesmateriaal dat door docenten wordt gemaakt. Het benadrukt dat leraren vaak bereid zijn om hun lesmaterialen te delen en dat samenwerken en delen de kwaliteit van lesmateriaal kan verbeteren. Het wijst echter ook op het auteursrecht, met name in dienstverband, waarin de wet en CAO's bepalen dat het auteursrecht op werken gemaakt in opdracht van de werkgever meestal aan de werkgever toebehoort, tenzij anders overeengekomen. Er wordt gesuggereerd dat er behoefte is aan duidelijkheid over dit onderwerp, en dat gesprekken met werkgevers en vakbonden nodig kunnen zijn om overeenstemming te bereiken over het delen en eigendom van lesmateriaal.
Beelden van het verleden. 7 jaar beelden voor de toekomst
Het project “Beelden voor de Toekomst” heeft in zeven jaar tijd een breed scala aan audiovisueel materiaal gedigitaliseerd en geconserveerd. Dit omvat belangrijke werken uit de Nederlandse cinema en historische documenten. Het project heeft ook innovatieve toepassingen voor dit materiaal ontwikkeld. Een belangrijk aspect van het project is de focus op hergebruik, met name in de educatieve sector. Er wordt opgeroepen om de toegankelijkheid van dit gedigitaliseerde erfgoed verder te vergroten.
Leermiddelen in 2020
Deze blog behandelt de evolutie van leermiddelen in het onderwijs, met een focus op de rol van digitale middelen. Het benadrukt dat de effectiviteit van ICT in het onderwijs afhangt van het onderwijsconcept en benadrukt dat de technologie ondersteunend moet zijn en geen doel op zich. Het beschrijft verschillende digitale leermiddelen, zoals digibordsoftware, leerlingsoftware, serious games, toetssoftware, en digiboeken. Het suggereert dat moderne innovatieve scholen meer nadruk kunnen leggen op zelfstandig leren en individuele leerdoelen. Het artikel eindigt met de constatering dat het leerlandschap voortdurend evolueert en benadrukt het belang van pioniers en de potentie van technologie om het onderwijs te verbeteren en leerkrachten te ondersteunen.
Onderwijspolitiek na de commissie-Dijsselbloem
De Tweede Kamer heeft de Onderwijsraad gevraagd om de invloed van de commissie-Dijsselbloem op de onderwijspolitiek te beoordelen, die in 2007-2008 onderzoek deed naar onderwijsvernieuwingen. De conclusie is dat de invloed beperkt was en dat de rolverdeling tussen overheid en onderwijsveld niet wezenlijk veranderd is sinds het rapport van de commissie-Dijsselbloem. Politici vermijden discussies over het onderwijssysteem en lijken bang om vernieuwingen op te leggen, terwijl zij daarvoor verantwoordelijk zijn. De Onderwijsraad beveelt aan om een nieuw perspectief op onderwijsbeleid te omarmen, waarbij de overheid zich beperkt tot hoofdlijnen en krachtiger keuzes maakt met betrekking tot onderwerpen zoals lerarenbeleid, soepele overgangen en samenhang in het onderwijs. Daarnaast moet de overheid actief zoeken naar andere belanghebbenden en vormen van overleg om een breder draagvlak te creëren voor nieuw beleid. Het benutten van wetenschappelijke en praktijkkennis gedurende het hele beleidsproces wordt ook aanbevolen, inclusief systematische evaluatie van beleidseffecten.
Adaptiviteit van digitale leermiddelen
Het document gaat over de feedback in het educatieve programma Ambrasoft en hoe deze weinig invloed lijkt te hebben op het leren en presteren van leerlingen. Leerlingen maken weinig gebruik van verschillende soorten feedback, en de feedback lijkt niet bij te dragen aan effectievere navigatie of het succesvol afronden van leertaken. Aanbevelingen zijn gegeven om de feedback duidelijker en eerder aan leerlingen te presenteren en de strategieën erachter uit te leggen. In CambiumNed is de feedback voornamelijk Knowledge of Response (KR-feedback). Leerlingen begrijpen vaak niet waarom hun antwoorden fout zijn, wat leidt tot langzame correctie. Feedback lijkt niet effectief voor systematische navigatie. Elaborated feedback wordt gemist en zou het succesvol afronden van taken kunnen verbeteren, vooral voor minder succesvolle leerlingen. In Woordenhaai, een educatief programma, is feedback essentieel. Er zijn twee soorten feedback: Knowledge of Response (KR-feedback) en enige mate van Knowledge of Correct Response (KCR-feedback). KR-feedback zet leerlingen direct aan tot het corrigeren van fouten, maar ze begrijpen vaak niet waarom hun antwoord fout was. KCR-feedback wordt direct gebruikt, maar het ontbreekt aan uitleg over waarom de getoonde letter juist is. Helaas bevordert de feedback niet systematisch navigeren en maakt het de leerlingen niet bewust van hun fouten. Het heeft ook weinig invloed op het succesvol afronden van de taak, omdat leerlingen de aard van de fout niet goed begrijpen. Leerlingen verlangen naar meer gedetailleerde KCR-feedback, vooral als ze minder succesvol zijn. In het kort, de feedback in Woordenhaai is beperkt effectief en leerlingen willen meer uitleg bij hun fouten, vooral als ze moeite hebben met de taak.
Op weg naar opbrengstveroorzakend onderwijs?
Dit artikel benadrukt een bredere benadering van opbrengstgericht onderwijs. Het pleit voor het erkennen van opbrengsten vóór toetsing en moedigt leraren aan om een onderzoekende houding aan te nemen. Het introduceert het Lemniscaatmodel als hulpmiddel voor het formuleren van onderzoeksvragen. Opbrengstgericht onderwijs wordt gezien als dagelijkse praktijken die merkbare effecten hebben en vereist bewustwording van de schoolmissie en het perspectief op onderwijskwaliteit.
Balans van de leesvaardigheid in het basis- en speciaal basisonderwijs 2. Uitkomsten van de peilingen in 2011 en 2012 in groep 8, groep 5 en de eindgroep van het SBO.
Dit rapport beschrijft een onderzoek dat is uitgevoerd om het niveau van leesvaardigheid in verschillende groepen leerlingen, waaronder groep 8, groep 5 en de eindgroep van het speciaal basisonderwijs (SBO), te meten. Het onderzoek omvatte het begrijpen en interpreteren van geschreven teksten, evenals het reflecteren op deze teksten. Daarnaast werden vier aan lezen gerelateerde vaardigheden onderzocht: studerend lezen, alfabetiseren en opzoeken van informatie, woordenschat en technisch lezen. De belangrijkste bevindingen en resultaten van het onderzoek worden in dit tekstfragment samengevat, inclusief informatie over de tijdbesteding aan taalonderwijs, het gebruik van leesmethoden, de vaardigheidsverschillen tussen groepen leerlingen, en de vergelijking van leesprestaties tussen 2011 en 2005. Ook worden vaardigheidsverschillen tussen jongens en meisjes en tussen leerlingen met verschillende sociaaleconomische achtergronden besproken.
onderwijs vernieuwen doe je samen
Het artikel benadrukt de veranderingen en uitdagingen in het onderwijs, waaronder de behoefte aan gedifferentieerd leren, gepersonaliseerd leren en het gebruik van technologie, vooral ict. Het wijst op de diversiteit in de vraag naar leermiddelen en de noodzaak voor educatieve uitgeverijen om zich aan te passen. Bovendien bespreekt de tekst de verschuiving naar digitaal leren en de behoefte aan investeringen in onderwijsinfrastructuur. Daarnaast behandelt het artikel de digitalisering in het onderwijs, waar leraren over het algemeen redelijke ict-vaardigheden hebben, maar mogelijk bijscholing nodig hebben om digitale leermiddelen effectief te gebruiken. Educatieve uitgeverijen bieden ondersteuning voor dit doel. Digitalisering vereist investeringen in infrastructuur en training, en er zijn inspanningen om btw-kosten voor digitale leermiddelen te verlagen. Innovatie en samenwerking zijn belangrijk voor succes, en educatieve uitgeverijen zijn betrokken bij initiatieven om digitalisering in het onderwijs te bevorderen, met de nadruk op gepersonaliseerd leren en verbeterde leerresultaten.
Onderwijs: een vier voor de moeite
De auteur, Jesse Frederik, bekritiseert het onderwijssysteem vanwege de nadruk op cijfers en schoolprestaties. Hij deelt zijn eigen ervaringen en frustraties, waarbij hij aangeeft dat onderwijs autoriteit en creativiteit tegengaat en vaak niet aansluit bij de interesses van leerlingen. Hij benadrukt dat leren voor hem vooral buiten de school plaatsvond, en dat de nadruk op cijfers het echte potentieel van individuen verhult. Frederik geeft het onderwijssysteem een lage beoordeling vanwege deze tekortkomingen.
Weten wat werkt en waarom
Het document benadrukt het belang van effectieve informatieverwerking bij het leren en benoemt de rol van multimediale bronnen. Deze bronnen kunnen de aandacht van leerlingen richten, de complexiteit verminderen, ondersteuning bieden, irrelevante informatie vermijden en zowel het visuele als auditieve systeem aanspreken. Het stelt elf kenmerken voor effectieve multimediale bronnen voor, met de nadruk op het bevorderen van diepe informatieverwerking via schemaconstructie en schema-automatisering. Schemaconstructie omvat het opbouwen en uitbreiden van cognitieve schema's met behulp van gevarieerde leertaken en ondersteunende informatie, afhankelijk van de voorkennis van de leerlingen. Schema-automatisering treedt op wanneer leerlingen herhaaldelijk succesvol een schema toepassen. Dit vereist kenniscompilatie en versterking, met procedurele informatie en deeltaakoefeningen. Het benadrukt ook het belang van zelfregulerend en zelfsturend leren, waarbij multimediale bronnen kunnen helpen bij het ondersteunen van zelfsturing en controle over instructie en leermateriaal. Ten slotte wordt de geleidelijke overdracht van controle aan de leerlingen in leeromgevingen benadrukt als effectief voor leren.
De moderne docent fixt zijn lesmateriaal gewoon zelf
Virtuele klaslokalen
De tekst bespreekt de opkomst van Massive Open Online Courses (MOOCs) en de weerstand van leraren en vakbonden tegen deze nieuwe vorm van online leren. MOOCs hebben enorme aantallen deelnemers aangetrokken en zijn een innovatieve benadering van leren, maar traditionele onderwijsinstellingen hebben moeite gehad om zich aan te passen aan deze veranderingen. Leraren en vakbonden verzetten zich tegen nieuwe online leersystemen buiten de reguliere instituten en dit kan een negatieve invloed hebben op het schoolsysteem op lange termijn. De tekst benadrukt de noodzaak van aanpassing aan deze nieuwe vormen van leren en hoe het gebrek aan interesse in vernieuwingen nadelig kan zijn voor de toekomstige economie.
Leerstijlkenmerken van digitale leermiddelen en het effect op leerprestraties van jongens en meisjes
Dit onderzoek onderzocht of jongens en meisjes verschillend presteren na het gebruik van digitaal leermateriaal dat een jongensachtige of meisjesachtige leerstijl ondersteunt. De belangrijkste bevindingen zijn: A. Er waren onvoldoende typisch jongensachtige opdrachten en docenten behandelden sommige jongensachtige opdrachten meisjesachtig, waardoor geen conclusie kon worden getrokken over de prestatieverschillen tussen jongens en meisjes na blootstelling aan dit materiaal. B. Er werden geen significante prestatieverschillen gevonden tussen jongens en meisjes na het gebruik van meisjesachtig leermateriaal. C. Er werden geen significante prestatieverschillen gevonden tussen jongens en meisjes op verschillende cognitieve niveaus. Opvallend was dat, hoewel er significante verschillen werden gevonden in leervoorkeuren tussen jongens en meisjes, deze verschillen geen significante invloed hadden op de prestaties na het maken van opdrachten. Mogelijke verklaringen voor het ontbreken van significante effecten waren problemen met de selectie van opdrachten, verschillen tussen de bedoeling en de uitvoering van opdrachten, variabiliteit in toetsen en antwoordmodellen, en verschillen in de uitvoering van lessen tussen klassen. Het onderzoek pleit voor verdere studie naar leerstijlkenmerken in digitale leermiddelen, met speciale aandacht voor de geldigheid van het instrument en striktere experimentele condities om de redenen achter het ontbreken van significante effecten te verhelderen.
Een alternatief voor eenheidsworst-onderwijs
Denkhulp voor bestuur en directie: Leermiddelen in het Voortgezet Onderwijs
Dit rapport biedt schoolleiders concrete handvatten bij het maken van keuzes over leermiddelen. Het rapport benadrukt de veranderende rol van educatieve uitgeverijen door de stijgende vraag naar digitale leermiddelen en adaptief werken. Het belang van goede leermiddelen als investering en niet alleen als kostenpost wordt benadrukt, met de aanbeveling voor intensieve communicatie tussen onderwijsinstellingen en uitgeverijen. Schoolleiders spelen een cruciale rol in het leermiddelenbeleid, waarbij een duidelijke visie essentieel is en samenwerking met educatieve uitgeverijen wordt aangemoedigd.
Wat staat daar eigenlijk? Het taal-en rekenonderwijs was tot voor kort een Janboel'
De tekst beschrijft de staat van het onderwijs in Nederland, waarbij wordt opgemerkt dat het taal- en rekenonderwijs tot voor kort chaotisch was en dat studenten slecht presteren in reken- en taaltoetsen. Er wordt kritiek geuit op de vertraagde invoering van verplichte reken- en taaltoetsen in het mbo en voortgezet onderwijs vanwege slechte testresultaten. Er wordt gesuggereerd dat het onderwijs te maken heeft met bureaucratische taal en dat de verantwoordelijkheid wordt afgewenteld.
De toekomst van leermaterialen in het onderwijs
Deze blog bespreekt de veranderingen en uitdagingen in het onderwijs met betrekking tot leermaterialen, met bijzondere aandacht voor technologische en marktontwikkelingen. Er wordt verwezen naar een LiMBO-verkenning die onderzoekt hoe de leermaterialenketen kan worden aangepast in reactie op deze ontwikkelingen. Vier mogelijke scenario's worden besproken: 1. De student is verantwoordelijk voor de aanschaf van leermateriaal. 2. De onderwijsinstelling zorgt voor alle leermaterialen. 3. Alle leermaterialen zijn digitaal toegankelijk via persoonlijke apparaten. 4. Onbeperkte toegang tot digitaal leermateriaal via een abonnement. Hoewel het onderzoek zich in eerste instantie richt op het MBO, suggereert het mogelijke richtingen voor andere onderwijsvormen. De tekst beveelt aan om het onderzoek te lezen.
Weten wat werkt en waarom
Dit artikel benadrukt het belang van digitaal leermateriaal vanuit het perspectief van de leerling en hoe dit kan bijdragen aan hun leerprocessen. Het wijst erop dat leerprocessen complex zijn en variëren, waardoor het moeilijk is universele kwaliteitscriteria te ontwikkelen. Desondanks biedt het artikel inzichten en onderzoeksresultaten om de kwaliteit van digitaal leermateriaal te verbeteren. Ook wordt de veranderende rol van leraren besproken, waarbij de focus verschuift naar het bevorderen van zelfstandigheid bij leerlingen met behulp van digitale middelen. Ten slotte benadrukt het artikel de behoefte aan lerarenopleidingen die zich richten op het begrijpen van leerprocessen en het beoordelen van leermateriaal. Het biedt een instrument genaamd "Meet Instrument Leermiddelen Kwaliteit" voor dit doel.
Evaluatie van de proeftuinen leermiddelenmix VO Tilburg
Dit rapport beschrijft een evaluatieonderzoek uit 2012 voor het "Educatieve Contentketen"-programma (ECK) dat tot doel heeft digitaal leermateriaal toegankelijker te maken voor docenten. Het onderzoek evalueerde twee zoekscenario's voor docenten in proeftuinen: Scenario A en Scenario B. Uit het onderzoek kwamen de volgende conclusies: • Beide zoekscenario's zijn bruikbaar voor docenten, maar hun voorkeur kan variëren. • Docenten beseffen soms niet dat de kwaliteit van aanvullend leermateriaal in Scenario A niet door de uitgever is beoordeeld. • De lijst met zoekresultaten bevatte onvoldoende informatie voor docenten om het materiaal op kwaliteit en bruikbaarheid te beoordelen. • Gebruikers benadrukken dat leermateriaal gratis en gemakkelijk toegankelijk moet zijn. Aanbevelingen omvatten het verstrekken van meer informatie in zoekresultaten, verdere discussie over de vakinhoudspecificaties, het versnellen van metadateren en het bewust maken van docenten van hun verantwoordelijkheid bij het beoordelen van leermateriaal. Er wordt ook aanbevolen om aanvullend onderzoek uit te voeren voor de mogelijke implementatie van zoekscenario's in ICT-voorzieningen voor docenten. Dit rapport biedt richting voor de verdere ontwikkeling van het ECK-programma.
Invoeren van uw leermiddelenbeleid: in 3 stappen
Het document beschrijft de stappen voor het invoeren van een leermiddelenbeleidsplan, waaronder het inventariseren van de stand van zaken, afbakenen van thema en doel, samenstellen van een projectteam, plannen, uitvoeren en nazorg. Het benadrukt het formuleren van concrete doelstellingen, inrichten van taken/rollen binnen het projectteam, opstellen van een plan van aanpak, evaluatie van resultaten en ontwikkeling van plannen voor het volgende schooljaar. Het document biedt praktische begeleiding voor scholen die moeite hebben met de invoering van een integraal leermiddelenbeleidsplan.
Grip op uw leermiddelenbeleid: in 3 bijeenkomsten
Dit document beschrijft een concept Leermiddelenbeleidsplan met toekomstkaders voor leren en onderwijzen. Het plan omvat verschillende fasen, waaronder het verzamelen van data en meningen, analyseren, plannen en het ontwerpen van een leermiddelenbeleidsplan. Het doel is om voor iedere leerling het beste leermateriaal tegen de beste prijs te bieden, met aandacht voor individuele leerstijlen, motivatie, toekomstperspectieven, en een goede prijs-kwaliteitverhouding. Het plan adviseert het ontwikkelen van een leermiddelenbeleidsplan om de visie op leren te vertalen naar samenhangend beleid voor schoolontwikkeling, educatieve technologie, professionalisering van personeel, financieel beleid en leermiddelenvoorziening.
Eindrapport: Onderzoek leermiddelenbeleid 2011: Stand van zaken eerste tranche (project 2009)
Het onderzoek naar leermiddelenbeleid in 2011 toont aan dat scholen hoge verwachtingen hebben van digitale leermiddelen, zoals activerende didactiek, individualisering en betere aansluiting bij leerlingen. Docenten ervaren voordelen zoals tijdwinst en motivatieverhoging bij het gebruik van digitale leermiddelen. Professionalisering van docenten is cruciaal, maar er zijn nog uitdagingen, zoals de werkdruk. Scholen tonen diversiteit in aanpak met aandacht voor ICT-vaardigheden en curriculumontwikkeling. Het monitoren en evalueren van leermiddelenbeleid is essentieel voor effectieve implementatie en verbetering.
Een tablet voor alle leermiddelen
Dit artikel beschrijft het gebruik van iPads in het onderwijs als een potentiële revolutie. Verschillende scholen experimenteren met tabletcomputers in de klas. Het artikel benadrukt de voordelen van iPads, zoals persoonlijke toepassingen, lichtgewicht, snelheid en langere batterijduur in vergelijking met laptops. Het toont echter ook enige terughoudendheid over de effectiviteit van iPads in het onderwijs, en benadrukt dat leraren de sleutel zijn tot het succes van deze innovatie. Het artikel stelt dat iPads mogelijkheden bieden voor meer gepersonaliseerd onderwijs en betere toegang tot leermaterialen, maar het benadrukt dat de juiste implementatie en integratie in het lesgeven cruciaal zijn voor succes. Het artikel eindigt met de verwachting dat iPads de komende jaren een grotere rol zullen spelen in het onderwijs, terwijl de educatieve apps en digitale leermiddelen zich verder ontwikkelen.
Evaluatie 2011 wet Gratis schoolboeken
Het document onderzoekt de impact van de Wet gratis schoolboeken (WGS), die in 2008 is ingevoerd om de schoolkosten voor ouders te verminderen en de schoolboekenmarkt te verbeteren. De evaluatie laat zien dat de kosten van boekenpakketten tot 2003 stegen en daarna stabiliseerden. Na 2008 daalden de prijzen voor externe boekenfondsen, deels door bezuinigingen van scholen. De totale kosten voor ouders zijn met bijna 400 euro gedaald door de overheveling van kosten voor lesmateriaal naar scholen, maar bijkomende schoolkosten stegen in sommige schooltypen. De marktwerking op de educatieve boekenmarkt is nog steeds niet optimaal, met beperkte concurrentie en hoge toetredingsdrempels. Scholen ervaren beperkingen in keuzevrijheid vanwege financiële randvoorwaarden. De gevolgen van Europese aanbestedingen zijn nog niet volledig duidelijk, maar besturen zijn ontevreden over het beperkte aantal inschrijvers en de hoge kosten. Over het algemeen heeft de WGS de kosten voor ouders verlaagd, maar uitdagingen blijven bestaan met betrekking tot marktwerking en keuzevrijheid op scholen.
Waarom is ons onderwijs zo slecht geworden?
De tekst wijst op problemen in het Nederlandse onderwijssysteem, gekoppeld aan verschillende aspecten, waaronder afnemende prestaties van leerlingen, gebrek aan discipline in de klas, overmatig gebruik van mobiele telefoons en internet, en mogelijke gezondheidsrisico's van elektromagnetische straling. Het beschrijft een afname in de onderwijskwaliteit en suggereert dat de lakse houding ten opzichte van deze kwesties een negatieve invloed heeft op het leerproces. De tekst stelt voor om onder andere wifi op scholen te beperken en mobiele telefoons tijdens schooluren in te leveren als mogelijke oplossingen voor een betere leeromgeving.
Waarom is ons onderwijs zo slecht geworden?
De tekst wijst op problemen in het Nederlandse onderwijssysteem, gekoppeld aan verschillende aspecten, waaronder afnemende prestaties van leerlingen, gebrek aan discipline in de klas, overmatig gebruik van mobiele telefoons en internet, en mogelijke gezondheidsrisico's van elektromagnetische straling. Het beschrijft een afname in de onderwijskwaliteit en suggereert dat de lakse houding ten opzichte van deze kwesties een negatieve invloed heeft op het leerproces. De tekst stelt voor om onder andere wifi op scholen te beperken en mobiele telefoons tijdens schooluren in te leveren als mogelijke oplossingen voor een betere leeromgeving.
Conservatisme in onderwijs? NEIN!
De schrijver betoogt tegen de herinvoering van ouderwetse tucht en discipline in het onderwijs, waarbij hij kritiek uit op de verouderde methoden die volgens hem de onderwijskwaliteit verminderen. Hij wijst op de verslechtering van onderwijsresultaten, het groeiende aantal functioneel analfabeten en de uitdagingen van meertaligheid. Daarnaast benadrukt hij de noodzaak om onderwijs aan te passen aan de veranderende behoeften van de moderne wereld, aangezien traditionele methoden niet langer effectief lijken te zijn in het digitale tijdperk.
De Kwestie - VO-content sterk door samenwerking
Dit rapport gaat over de leermiddelenmarkt en het leermateriaal.
De Kwestie nr.1 Leermiddelenbeleid
Hier wordt het leermiddelenbeleid in het onderwijs behandeld, met de nadruk op het belang van betrokkenheid van leerlingen, de uitdagingen rond werken en kopieerkosten, en de evolutie naar nieuwe benaderingen in het leermiddelenbeleid. De onderwerpen die vooral benadrukt worden: het belang van het leermiddelenbeleid, digitaal werken & kopieerkosten en de nieuwe benaderingen in het leermiddelenbeleid.
Kiezen van nieuwe leermiddelen in het onderwijs
Dit onderzoek onderzoekt de criteria die een rol spelen bij het selecteren, arrangeren en ontwikkelen van nieuwe leermiddelen in het voortgezet onderwijs. Er worden verschillende onderzoeksvragen behandeld, waaruit blijkt dat inhoudelijke criteria, pedagogische criteria, criteria gericht op vormgeving en presentatie, en andere criteria allemaal een rol spelen bij de keuze van leermiddelen. Over het algemeen worden inhoudelijke criteria als belangrijk beschouwd. Er zijn geen significante verschillen in het gebruik van criteria tussen het selecteren, arrangeren en ontwikkelen van leermiddelen. Er is ook geen significant verschil tussen ervaren en onervaren docenten bij het gebruik van criteria. De studie concludeert dat er een sterke samenhang is tussen verschillende criteria en geeft enkele discussiepunten aan, zoals het beperkte invullen van vragenlijsten door docenten en de noodzaak van vervolgonderzoek naar de invoering van gratis schoolboeken. Kort samengevat, het onderzoek analyseert de criteria die docenten in het voortgezet onderwijs gebruiken bij het kiezen van leermiddelen en concludeert dat deze criteria variëren, maar dat inhoudelijke criteria over het algemeen als belangrijk worden beschouwd. Er wordt ook benadrukt dat er geen significante verschillen zijn in het gebruik van criteria tussen ervaren en onervaren docenten.
Lesmateriaal is geen flanswerk
Dit artikel betoogt dat het plan van minister Plasterk om leerboeken af te schaffen en docenten hun lesmateriaal van internet te laten halen gevaarlijk is. Het argument is dat methodisch lesmateriaal structuur en houvast biedt en didactisch waardevol is, in tegenstelling tot losse onlinematerialen. De zorg is dat leraren overweldigd zullen worden door het zoeken naar en ontwikkelen van lesmateriaal, wat tot didactische armoede kan leiden. Ook wordt de kwaliteit van zelfgemaakt lesmateriaal in twijfel getrokken, en het artikel stelt dat een kleinere groep auteurs met onderwijservaring en professionele educatieve uitgeverijen de leerlijnen beter kan ontwikkelen. Het benadrukt het belang van gestructureerde lesmethoden en toetsen voor gelijkwaardige beoordelingen en examenvoorbereiding. De auteur suggereert dat de minister het belang van een doordacht curriculum onderschat en pleit voor het behoud van traditionele lesmethoden.
Leraren ontwikkelen digitaal lesmateriaal
Leraren zullen de mogelijkheid krijgen om digitaal lesmateriaal te ontwikkelen en te delen op internet. Dit lesmateriaal zal gratis beschikbaar zijn en elke leraar kan bijdragen aan de lesboeken. Minister Ronald Plasterk van Onderwijs zal financiële steun verlenen voor de ontwikkeling van deze open leermiddelen, met als doel een landelijke voorziening te creëren en bestaande initiatieven te ondersteunen. Het exacte bedrag is nog niet bekend.
Kamer enthousiast over vrije schoolboeken
Een meerderheid in de Tweede Kamer, bestaande uit CDA, PvdA en SP, toont enthousiasme voor het idee van vrije schoolboeken. Stichting Vrijschrift pleit voor boeken zonder copyright (copyleft), waardoor iedereen ze vrij mag kopiëren, aanpassen en verkopen. Dit zou volgens hen leraren meer regie over het leerproces geven. Het voorstel sluit aan bij het advies van de Onderwijsraad voor het gebruik van rechtenvrij lesmateriaal. De Kamerleden willen het idee nader uitwerken en indienen, maar wachten op de kabinetsreactie. SP dringt aan op haast, vooral in het kader van de invoering van 'gratis' schoolboeken, en benadrukt dat het initiatief van onderaf moet komen.
Digitaal lesmateriaal wordt vaker gratis
Scholen kunnen geld verdienen aan subsidies voor gratis schoolboeken
Scholen kunnen geld verdienen aan subsidies voor gratis schoolboeken door gebruik te maken van gratis leermethoden. De 316 euro per leerling die scholen krijgen om schoolboeken te kopen, kan in feite worden bespaard, aangezien veel gratis leermaterialen beschikbaar zijn. Het Ruud de Moorcentrum van de Open Universiteit inventariseert deze gratis materialen, en ze zullen op hun website beschikbaar worden gesteld. Dit materiaal kan worden afgedrukt en is bedoeld als goedkoper alternatief voor traditionele schoolboeken. Hierdoor houden scholen geld over om te besteden aan andere leermiddelen. Dergelijke gratis boeken worden samengesteld uit diverse bronnen, waaronder verouderde boeken en materialen gemaakt door leraren en scholen. De kosten voor het afdrukken van deze boeken variëren, maar er wordt gestreefd naar goedkopere opties. Verschillende partijen zijn op zoek naar gratis teksten en materialen voor onderwijsdoeleinden, wat kan leiden tot meer keuzes voor scholen.
Onderwijsraad: leraar moet ICT beter benutten
Spoeddebat over de verstrekking van gratis schoolboeken
Er werd gesproken over het gratis maken van schoolboeken en waarom dit via de scholen zou moeten gebeuren. Er was discussie over de Europese aanbestedingsregels en de mogelijke impact daarvan op de kwaliteit van het lesmateriaal. Er werd ook gesproken over de disciplinaire maatregel die uitgaat van de financiering van boeken via scholen, waardoor de schoolkosten niet hoger oplopen dan noodzakelijk.
Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het door scholen om niet te beschikking stellen van lesmateriaal aan de leerlingen in het voortgezet onderwijs
Dit wetsvoorstel heeft als doel om de kosten voor ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs te verminderen door scholen in staat te stellen lesmateriaal gratis ter beschikking te stellen aan leerlingen. Het wetsvoorstel wijzigt de onderwijswetten en lost problemen op met betrekking tot de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS), die ouders met een lager inkomen helpt bij het betalen van schoolkosten. Het wetsvoorstel is gericht op het ontlasten van alle ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs, ongeacht hun inkomenspositie.
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2004
Begroting OCW voor het jaar 2004 bestaande uit: De begroting 2004 bevat onder meer de volgende onderdelen: de beleidsagenda; de beleidsartikelen en overzichtsconstructies; de niet-beleidsartikelen; de bedrijfsvoering; baten-lastendiensten; verdiepingsbijlage; bijlage moties en toezeggingen; bijlage RWT’s en ZBO’s.